Datacenters in Nederland verbruiken evenveel stroom als bijna 1,9 miljoen huizen
Gepubliceerd op 15/12/2025 22:00 in Tech
Ongeveer 45 datacenters in Nederland verbruiken net zoveel elektriciteit als bijna 1,9 miljoen huishoudens, zo blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het energieverbruik van deze datacenters is de afgelopen jaren aanzienlijk gestegen, van 1,2 procent van het totale elektriciteitsverbruik in 2017 naar 4,2 procent vorig jaar.
Datacenters gebruiken de elektriciteit voornamelijk voor het operationeel houden van computerservers waar bestanden worden opgeslagen en computerprogramma's draaien. Door het intensieve stroomverbruik van de servers ontstaat er ook veel warmte, wat weer gekoeld moet worden met systemen die extra elektriciteit verbruiken.
Een belangrijke factor bij de stijging van het energieverbruik van datacenters wereldwijd is onder andere de ontwikkeling en toepassing van kunstmatige intelligentie, aldus onderzoeker Alex de Vries-Gao van de Vrije Universiteit Amsterdam. "Om kunstmatige intelligentie te ontwikkelen, is aanzienlijke rekenkracht nodig van de computers in deze datacenters."
Het CBS heeft geconstateerd dat de grote datacenters in Nederland vorig jaar gezamenlijk 4720 GWh elektriciteit hebben verbruikt, meer dan drie keer zoveel als in 2017. Hoewel het aantal grote datacenters stabiel is gebleven, is het energieverbruik van deze centra wel toegenomen.
Het vestigen van een datacenter in Nederland leidt tot een aanzienlijke toename in de vraag naar elektriciteit. Dit kan de energierekening van huishoudens verhogen als het aanbod niet gelijktijdig wordt uitgebreid, benadrukt Roel Dobbe, AI- en veiligheidsonderzoeker aan de TU Delft. Er zijn ook investeringen nodig om de capaciteit van het stroomnet te vergroten, wat kosten met zich meebrengt die op de samenleving worden verhaald.
Zonder deze investeringen zullen er keuzes moeten worden gemaakt, aangezien de capaciteit niet onbeperkt kan worden uitgebreid. Prioriteit geven aan datacenters kan ten koste gaan van andere sectoren of bijvoorbeeld woningen, waarschuwt Dobbe.