Nederlandse opkomende popmuzikanten verdienen te weinig voor optredens

Gepubliceerd op 18/01/2025 23:00 in Economie

Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit blijkt dat Nederlandse opkomende popmuzikanten structureel te weinig betaald krijgen voor hun optredens en soms zelfs geld moeten bijleggen. Dit moet veranderen, zo vinden muzikanten, boekers, managers en programmeurs van popzalen die hebben deelgenomen aan de 'Fair Pop Pilot'.

Het onderzoek vond afgelopen najaar plaats. Gedurende enkele maanden werden muzikanten die optraden bij acht poppodia, betaald volgens het 'fair pay'-principe. Hierbij werd een minimumloon of modaal inkomen als richtlijn gehanteerd, afhankelijk van de fase waarin de carrière van de muzikant zich bevond.

Om een eerlijke beloning te realiseren, moest minimaal 35 procent van de gage van alle deelnemende artiesten worden toegevoegd. Dit percentage liep in sommige gevallen zelfs op tot 72 procent.

Volgens Rita Zipora, voorzitter van het onderzoek, zijn de hoge zaalkosten een van de redenen voor de lage vergoedingen voor muzikanten. Poppodia worden geconfronteerd met toenemende kosten voor techniek, personeel en veiligheid, terwijl het budget voor de programmering niet evenredig is gestegen. Hierdoor blijft er weinig over voor de artiesten.

Het onderzoek richtte zich met name op artiesten in fase 1 en fase 2, waarbij beide groepen moeite hadden om uit de kosten te komen en zichzelf fatsoenlijk uit te betalen. Zangeres Zoë Livay, die al het voorprogramma van Racoon heeft verzorgd en miljoenen streams op Spotify heeft, benadrukt dat live spelen veel geld kost en dat veel muzikanten moeite hebben om dit rendabel te maken.

Uit het onderzoek blijkt dat 83 procent van de respondenten uit de Nederlandse muziekindustrie van mening is dat 'fair pay' een structurele norm zou moeten worden. Poppodia, die vaak de artiesten betalen voor hun optredens, erkennen de uitdagingen en zoeken naar oplossingen, zoals het vragen van een kleine toeslag per kaartje of vrijwillige donaties van het publiek.

Er wordt gesteld dat er gezamenlijke inspanningen nodig zijn van alle betrokken partijen, inclusief grote artiesten, het Rijk, commerciële sponsoren en het publiek, om ervoor te zorgen dat opkomende popmuzikanten eerlijk betaald kunnen worden voor hun optredens.