Koopkrachtstijging volgend jaar valt lager uit dan verwacht door nieuwe kabinetsplannen

Gepubliceerd op 17/09/2024 23:00 in Economie

Uit nieuwe berekeningen van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat de koopkracht van veel groepen volgend jaar een stuk minder zal stijgen dan eerder verwacht. In augustus werd nog gedacht aan een gemiddelde stijging van 1,1 procent, maar dit is nu bijgesteld naar 0,7 procent. Vooral mensen met een uitkering worden hard getroffen, waarbij de koopkrachtverbetering is gedaald van 2,1 procent naar 0,9 procent.

De oorzaak van deze vermindering in koopkrachtstijging ligt voornamelijk bij de nieuwe kabinetsplannen van Prinsjesdag. Zo wordt de geplande verhoging van de huurtoeslag uitgesteld naar 2026 en zijn er aanpassingen gedaan in belastingmaatregelen. Dit heeft geleid tot een verslechtering van het koopkrachtbeeld ten opzichte van de 'augustusraming' voor verschillende groepen.

Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) heeft ook de koopkracht doorgerekend en ziet voor de meerderheid van de mensen een kleine stijging in koopkracht. Echter, specifieke groepen zoals zzp'ers en sommige gepensioneerden zullen een daling in koopkracht ervaren.

De verwachting van het CPB is dat de economie volgend jaar harder zal groeien met 1,5 procent. Hierdoor wordt ook een lichte daling van het aantal mensen in armoede voorspeld. Het begrotingstekort voor volgend jaar wordt geschat op 2,5 procent van het bruto binnenlands product, wat nog onder de EU-grens van 3 procent blijft. Echter, de staatsschuld zal de komende jaren stijgen en naar verwachting in 2033 boven de EU-grens van 60 procent van het bbp uitkomen.

Met deze nieuwe inzichten blijkt dat de koopkrachtstijging volgend jaar lager zal uitvallen dan aanvankelijk werd gedacht, mede door de nieuwe kabinetsplannen die invloed hebben op verschillende groepen in de samenleving.