Europese Unie produceert voor het eerst meer elektriciteit uit zon en wind dan uit fossiele brandstoffen

Gepubliceerd op 31/07/2024 04:00 in Economie

Voor het eerst in een periode van een half jaar heeft de Europese Unie meer elektriciteit uit zonne- en windenergie geproduceerd dan uit fossiele brandstoffen. Dit blijkt uit een rapport van energiedenktank Ember. In Nederland was deze trend ook zichtbaar.

De productie van elektriciteit uit zonnepanelen en windturbines groeide de afgelopen zes maanden naar 30 procent van de totale productie in de EU, terwijl de productie uit fossiele brandstoffen daalde naar 27 procent. De overige stroom wordt gegenereerd uit bijvoorbeeld water- en kernenergie.

In dertien EU-landen werd meer elektriciteit opgewekt uit zon en wind dan uit kolen en gas. Landen zoals Duitsland, België, Hongarije en Nederland behaalden deze mijlpaal voor het eerst.

Deskundigen zijn optimistisch over de snelheid van de energietransitie. Martien Visser, lector energietransitie aan de Hanzehogeschool, benadrukt echter dat dit gaat over slechts 20 procent van de energievraag, namelijk elektriciteit. Ondanks de toename van duurzame energiebronnen en de afname van de vraag naar elektriciteit, blijft de elektriciteitsprijs relatief stabiel door de noodzaak van gascentrales vanwege de hoge gasprijzen.

Visser legt uit dat de prijs van elektriciteit afhankelijk is van het duurste opwekmiddel, wat vaak gascentrales zijn die worden ingezet wanneer wind- en zonne-energie niet beschikbaar zijn.

Een belangrijk knelpunt in het gebruik van zon- en windenergie is de opslagcapaciteit. Op dit moment kan overtollige stroom nauwelijks worden opgeslagen als de vraag lager is dan de productie, wat resulteert in verspilling van elektriciteit. Dit is volgens Visser zonde en een punt dat nog verbeterd moet worden in de energietransitie.