Scheepvaartbedrijven profiteren van belastingvoordelen

Gepubliceerd op 23/07/2024 10:00 in Economie

Meerdere grote Nederlandse scheepvaartbedrijven maken gebruik van een speciale regeling waardoor ze geen tot nauwelijks belasting betalen. Uit onderzoek van de NOS blijkt dat rederijen pleiten voor nog meer belastingvoordeel voor de scheepvaart.

De tonnageregeling, die in 1996 werd ingevoerd om de Nederlandse scheepvaart te ondersteunen, stelt rederijen in staat om belasting te betalen over het netto laadvermogen van het schip in plaats van over de winst. Hierdoor kan het voorkomen dat een bedrijf belasting moet betalen ondanks verlies, of slechts een kleine hoeveelheid belasting bij aanzienlijke winst.

Ongeveer duizend bedrijven maken gebruik van deze regeling voor een periode van tien jaar. Uit een analyse van de tien recentste jaarverslagen van de rederijen blijkt dat het de laatste jaren erg voordelig is geweest voor verschillende Nederlandse rederijen, zoals Wagenborg en Spliethoff. Deze bedrijven wisten honderden miljoenen euro's te verdienen en toch meer aftrekposten op te bouwen dan belasting te betalen.

Ondanks kritiek erkennen ambtenaren van het ministerie van Financiën dat de tonnageregeling ervoor kan zorgen dat een bedrijf winst maakt maar geen belasting hoeft te betalen. Dit heeft geleid tot een geschat verlies van 120 miljoen euro aan belastinginkomsten per jaar, zoals vermeld in de Miljoenennota.

Sommige rederijen, waaronder Spliethoff, vinden de regeling noodzakelijk om de Nederlandse maritieme industrie concurrentieel te houden. Er wordt benadrukt dat er wel belasting wordt betaald, en dat de regeling niet leidt tot terugbetalingen.

Rederijen pleiten eerder voor uitbreiding dan versobering van de regeling, gezien het mondiale speelveld waarin zij opereren. Landen als Cyprus en Denemarken laten werkschepen die essentieel zijn voor de bouw van windparken ook onder de tonnageregeling vallen, iets wat ook in Nederland zou moeten gebeuren volgens de reders. Als er toch veranderingen worden aangebracht, zou dit bij voorkeur op internationaal niveau moeten gebeuren.