Nederlandse grootverbruikers kritisch maar niet onwelwillend over klimaatplannen EU

Gepubliceerd op 19/04/2023 03:00 in Economie

Vandaag stemt het Europees Parlement over klimaatplannen die gevolgen zullen hebben voor Nederlandse grootverbruikers. Het emissiehandelssysteem (ETS) van de EU beperkt de CO2-uitstoot van bedrijven en levert elk jaar een beperkt aantal CO2-rechten op de markt op. Bedrijven die meer uitstoten dan hun rechten toelaten, krijgen een forse boete. Hoewel Nederlandse bedrijven over het algemeen akkoord gaan met de instrumenten voor CO2-belasting aan de grenzen, zijn ze bezorgd over hun concurrentiepositie ten opzichte van landen buiten de EU, die geen CO2-belasting betalen voor hun producten. De nieuwe CO2-belasting aan de grens, Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) geheten, moet over drie jaar ingaan en duurt tien jaar.

De VEMW, vereniging voor grootverbruikers, onderstreept de complexiteit van de uitvoering van deze regeling. Het gaat namelijk om het vaststellen van de CO2-uitstoot van geïmporteerde producten en het verifiëren van deze informatie. Tata Steel noemt de nieuwe belasting op CO2 op zich goed, maar maakt zich zorgen over onduidelijkheden en het verschil in concurrentiekracht met Amerikaanse en Turkse concurrenten. De kunstmestproducent Yara vindt de CO2-belasting aan de grens positief omdat een gelijk speelveld nodig is om eerlijke concurrentie te garanderen, maar het bedrijf pleit ook voor vrijstelling van CO2-rechten voor export.

Brancheorganisatie Metaal Nederland ziet kansen voor de ontwikkeling van de Europese en Nederlandse basismetaalindustrie. Dow, dat waarschijnlijk vanaf 2030 onder CBAM zal vallen, is ook kritisch, maar ziet ook mogelijkheden om de marktwaarde van duurzamere producten te vergroten.

De grootverbruikers zijn het erover eens dat het verminderen van uitstoot noodzakelijk is, maar zijn bezorgd over de gevolgen voor hun concurrentiepositie. Ze benadrukken de complexiteit van de regeling. Het CBAM moet over drie jaar ingaan en zal tien jaar duren. Hoewel de regeling bedoeld is om eerlijke concurrentie te verzekeren, vinden sommige bedrijven dat hun wereldwijde concurrentiepositie in gevaar komt.