Economische emancipatie vrouwen nog niet voltooid
Gepubliceerd op 29/05/2024 01:00 in Economie
Uit een studie van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat een groter deel van de Nederlandse mannen economisch zelfstandig is in vergelijking met Nederlandse vrouwen. De onderzoekers keken naar het inkomen van mannen en vrouwen tussen de 15 en de pensioensleeftijd, waarbij studenten en scholieren buiten beschouwing werden gelaten.
De cijfers tonen aan dat ongeveer 70 procent van de vrouwen financieel zelfstandig is, terwijl dat percentage vijfenveertig jaar geleden slechts 20 procent was. Bij mannen ligt dit percentage redelijk stabiel rond de 80 procent.
Vrouwen hebben moeten vechten voor hun economische rechten. Zo werden vrouwen tot 1958 automatisch ontslagen bij hun huwelijk als ze voor de overheid werkten. Pas na acties van onder andere Kamerlid Corry Tendeloo in de Tweede Kamer werd dit verbod afgeschaft.
Ondanks het wegvallen van het arbeidsverbod in de jaren 70, had een huwelijk en vooral het krijgen van kinderen nog steeds invloed op de economische zelfstandigheid van vrouwen. In latere decennia is er nog steeds een dip te zien na het 25e levensjaar van vrouwen, maar dit effect lijkt af te nemen.
In het verleden vonden er vrouwenstakingen plaats om gelijke beloning met mannen te eisen, zoals de stakingen van vrouwelijke werknemers van de Optilon-fabriek in 1973 en de vrouwen van de Bic-fabriek in de jaren 80. Deze stakingen hebben bijgedragen aan het verminderen van de loonkloof tussen mannen en vrouwen.
Uit recente cijfers blijkt echter nog steeds een loonkloof te bestaan. Vrouwen verdienen gemiddeld nog steeds minder dan mannen, waarbij het verschil het grootst is bij topfuncties. Bij de overheid verdienen vrouwen gemiddeld 5,1 procent minder dan mannen, terwijl in het bedrijfsleven het verschil zelfs oploopt tot 16,4 procent.