Belastingvoordeel voor rijkste 1 procent blijft bestaan, concludeert CPB
Gepubliceerd op 22/05/2024 02:00 in Economie
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft een nieuwe studie uitgevoerd waaruit blijkt dat de ongeveer 140.000 rijkste inwoners van Nederland, ongeveer 1 procent van alle werkenden, aanzienlijk minder belasting betalen dan anderen. Dit belastingvoordeel voor de allerrijksten blijft structureel bestaan, zo concludeert het CPB.
Uit het onderzoek naar de situatie van 2011 tot en met 2019 blijkt dat, hoewel er gemiddeld iets meer belasting wordt betaald dan in 2016, de belastingdruk voor de groep met de grootste portemonnee het laagst blijft. Dit komt voornamelijk doordat de allerrijksten hun inkomen voornamelijk halen uit winsten van bedrijven waar zij directeur en grootaandeelhouder van zijn.
Tijdens het economisch bloeiende decennium van 2011 tot 2019, profiteerden met name de hoogste inkomensgroepen het meest van de economische groei. Terwijl de reƫle inkomens van 99 procent van de werkenden met 4 tot 8 procent stegen, nam het inkomen van de rijkste 1 procent met ruim 70 procent toe.
Met name in 2019 werd er een recordbedrag van ongeveer 25 miljard euro aan bedrijfswinst uitgekeerd, waarover vooral vennootschapsbelasting wordt betaald. De aller-allerrijksten, zo'n 1400 mensen, betaalden gemiddeld zo'n 28 procent belasting over deze winstuitkeringen, terwijl werkenden met een gemiddeld salaris bijna 40 procent van hun salaris aan belastingen kwijt zijn.
Om de scheve belastingverhoudingen aan te pakken zijn er de afgelopen jaren al enkele maatregelen ingevoerd. Zo moet er sinds dit jaar meer belasting worden betaald over winstuitkeringen. Het CPB oppert om een groter deel van de winstbelastingen direct te heffen, om te voorkomen dat eigenaren de winst in hun bedrijven oppotten. Echter, CPB-onderzoeker Arjan Lejour waarschuwt dat dit wel consequenties kan hebben voor het vestigingsklimaat in Nederland.