Nederlandse viering van Dag van de Arbeid blijft bescheiden

Gepubliceerd op 01/05/2024 11:00 in Economie

Vandaag gaan werknemers over de hele wereld de straat op of genieten ze van een vrije dag, want het is de Dag van de Arbeid. In Nederland gebeurt er echter nauwelijks iets. Maar waarom is dat eigenlijk?

De oorsprong van de Dag van de Arbeid ligt in de Verenigde Staten. Op 1 mei 1886 staakten honderden arbeiders bij een fabriek in Chicago om een werkdag van maximaal acht uur te eisen. Dit resulteerde in een gewelddadig conflict waarbij zeven politiemensen en vier demonstranten om het leven kwamen.

Na deze gebeurtenis begon de Amerikaanse vakbondsfederatie in 1888 met een nationale staking op 1 mei, waarbij dezelfde eis voor een achturige werkdag werd gesteld. Deze datum werd al snel overgenomen door andere landen, waaronder Nederland.

In Nederland begon men vanaf 1890 jaarlijks op 1 mei te demonstreren. Pas bijna dertig jaar later, in 1919, werden de achturige werkdag en het kiesrecht voor arbeiders ingevoerd na jaren van betogingen.

In tegenstelling tot veel andere landen heeft Nederland de Dag van de Arbeid nooit erkend als nationale feestdag. Historici wijten dit aan politieke redenen, zoals het vermijden van associaties met linkse of extreemrechtse regeringen.

Ondanks dat Nederland de Dag van de Arbeid niet als officiële feestdag erkent, vinden er wel enkele vieringen plaats. Zo hebben sommige cao's afspraken over 1 mei en organiseert vakbond FNV jaarlijks een bijeenkomst in Amsterdam om de strijd en successen van de vakbeweging te vieren.

Voorzitter Tuur Elzinga van FNV benadrukt dat de Dag van de Arbeid nog steeds relevant is. Het gaat niet alleen om de achturige werkdag, maar ook om arbeidsvoorwaarden in het algemeen. Hij wijst erop dat ondanks economische groei, de welvaart niet eerlijk verdeeld is en dat de strijd voor arbeidersrechten nog steeds voortduurt.