Staat weet nog niet hoe omwonenden van Schiphol beschermd kunnen worden tegen geluidsoverlast
Gepubliceerd op 09/04/2024 21:00 in Economie
De staat is nog steeds in het duister over hoe omwonenden van Schiphol binnen een jaar kunnen worden beschermd tegen geluidsoverlast van de luchthaven. Op 20 maart heeft de rechter geoordeeld dat de staat onrechtmatig handelt en onvoldoende rekening houdt met de belangen van omwonenden bij beslissingen over het luchtvaartbeleid.
De regels met betrekking tot geluidsoverlast zijn verouderd en worden al zo'n vijftien jaar niet nageleefd. Minister Harbers heeft aan de Tweede Kamer geschreven dat de staat nog steeds niet weet hoe hier verandering in te brengen en overweegt om in hoger beroep te gaan.
Het ministerie was al langer op de hoogte van het probleem met de rechtsbescherming van omwonenden. In 2022 kondigde de minister aan dat Schiphol moest krimpen vanwege geluidsoverlast, maar het kabinet is gestuit op verschillende obstakels op weg naar deze krimp. Het voldoen aan het vonnis van de rechtbank blijkt daarbij ook uitdagend te zijn.
Om te voldoen aan het vonnis overweegt het kabinet zich te houden aan regels van 2008, die momenteel de geldende wet- en regelgeving zijn. Echter, ook hier had de rechtbank kritiek op en de regels zouden geactualiseerd moeten worden binnen een jaar, wat volgens de minister erg ambitieus is.
Daarnaast wil het ministerie een nieuw stelsel opzetten met milieunormen voor de luchtvaartsector, maar ook dit vergt meer tijd. Eerdere pogingen om omwonenden op korte termijn te beschermen zijn mislukt door juridische stappen van luchtvaartmaatschappijen en internationale druk uit de Verenigde Staten en Brussel.
Het kabinet moet nu wachten op een uitspraak van de Hoge Raad voordat een besluit kan worden genomen over het stoppen met gedogen van te grote geluidsoverlast. Minister Harbers overweegt binnen drie maanden te beslissen of er in hoger beroep wordt gegaan tegen het vonnis van de rechtbank.