Economie bepaalt instroom migranten in Nederland

Gepubliceerd op 09/04/2024 10:00 in Economie

Uit een nieuw onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB) blijkt dat de instroom van migranten in Nederland wordt beïnvloed door de economische situatie. Vooral arbeids- en studiemigratie is de afgelopen twintig jaar sterk toegenomen, terwijl asielmigratie volatieler is en geen duidelijke trend laat zien.

Het CPB keek naar de afgelopen zeventig jaar en concludeert dat er meer immigratie plaatsvindt naar Nederland in tijden van economische voorspoed, terwijl er sprake is van emigratie wanneer de economie verslechtert. Dit komt doordat werkgevers meer mensen nodig hebben als het goed gaat met de economie en migratie wordt bepaald door de vraag naar arbeid.

De komst van buitenlandse werknemers is ook toegenomen door de uitbreiding van de Europese Unie in 2004, waardoor inwoners van Midden- en Oost-Europese landen het recht kregen om in andere EU-landen te werken.

Het onderzoek waarschuwt echter voor een risicovolle strategie om mensen uit het buitenland aan te trekken voor laaggeschoold werk dat in de toekomst mogelijk minder zal zijn. Het is daarom wenselijk om arbeidsmigranten aan te trekken die vaardigheden hebben waar in de toekomst nog vraag naar zal zijn.

Laaggeschoolde arbeidsmigratie in sectoren zoals landbouw, fabrieken en distributiecentra is vaak te vinden via uitzendbureaus en op flexibele contracten. Werkgevers hebben meer interesse in arbeidsmigranten vanwege de flexibele arbeidsmarkt met minder ontslagbescherming en lagere minimumlonen.

Gezinsmigratie vormt de grootste categorie immigratie, waarbij arbeidsmigranten ook hun gezin naar Nederland halen. Nederland krijgt ongeveer evenveel asielaanvragen per inwoner als andere Europese landen, maar wijst wel vaker verzoeken toe voor mensen uit onveilige landen als Syrië, Somalië, Jemen en Eritrea. Na tien jaar verblijft nog ongeveer driekwart van de asielmigranten in Nederland.

Lees meer nieuws in economie