Thuiswerkers blijven na coronacrisis in grote getale actief
Gepubliceerd op 16/03/2024 20:00 in Economie
Uit cijfers van het CBS blijkt dat vorig jaar 5,1 miljoen werkenden in Nederland soms of meestal thuiswerkten, wat neerkomt op 52 procent van alle werkenden. Deze aantallen komen overeen met de verwachtingen over thuiswerken na de coronacrisis, aangezien bedrijven al twee jaar geleden aangaven niet te verwachten dat mensen weer dagelijks naar kantoor zouden komen.
Het aantal mensen dat permanent thuiswerkte daalde echter in 2023. In 2022 werkten 1,5 miljoen mensen meestal vanuit huis, terwijl dit aantal vorig jaar was afgenomen naar 1,3 miljoen. Voornamelijk ICT'ers en mensen met een creatief beroep behoren tot de groep die soms of vaak thuiswerkt. In de ICT-sector werkt maar liefst 90 procent van de medewerkers af en toe of vaak thuis, terwijl in de sector transport en logistiek slechts 5 procent van de werknemers vanuit huis werkt.
Thuiswerkers in 2023 werkten gemiddeld bijna twee volledige werkdagen per week vanuit huis, wat neerkomt op minder dan de helft van hun totale gewerkte uren. Nederland staat bekend als koploper op het gebied van thuiswerken binnen de EU-lidstaten. Vooral het percentage mensen dat af en toe thuiswerkt is relatief hoog in ons land. Echter, landen zoals Zweden, Finland, Luxemburg en Ierland kennen een hoger percentage mensen dat meestal vanuit huis werkt.
Kortom, het aantal thuiswerkers in Nederland blijft na de coronacrisis op een hoog niveau. Hoewel het aantal mensen dat structureel vanuit huis werkt iets is afgenomen, blijkt dat thuiswerken een blijvend fenomeen is binnen de Nederlandse arbeidsmarkt.