Baankansen hebben geen directe invloed op studiekeuze, waardoor personeelstekorten kunnen blijven bestaan, zegt het Centraal Planbureau
Gepubliceerd op 07/02/2024 00:00 in Economie
Uit een analyse van het Centraal Planbureau (CPB) is gebleken dat een studierichting met goede baankansen niet direct leidt tot meer inschrijvingen. Dit kan resulteren in personeelstekorten in bepaalde sectoren. Het CPB benadrukt de wenselijkheid dat jongeren bij hun studiekeuze rekening houden met veranderingen in arbeidsperspectieven. Het rapport is gebaseerd op data van 2005 tot en met 2021.
Aankomende studenten kiezen zowel voor studies waar de baankansen gunstiger zijn als voor richtingen waar dit niet het geval is. Het CPB noemt als voorbeeld de mbo-opleiding creatieve industrie & ICT. Ondanks de ongunstige vooruitzichten en een afname in loop van tijd, blijft het aantal inschrijvingen constant.
Onderzoeksleider Paul Verstraten verbaast zich erover dat baankansen en studierichtingen niet op elkaar lijken te reageren. Hij benadrukt dat dit een punt is waar de overheid naar zou moeten kijken als ze daadwerkelijk iets willen doen aan de tekorten op de arbeidsmarkt. Het is belangrijk dat studenten niet alleen kiezen voor studierichtingen met betere baankansen, maar ook voor iets wat ze leuk vinden of waar ze goed in zijn.
Het CPB heeft geconstateerd dat er op het niveau van studierichtingen wellicht toevalsverbanden kunnen bestaan tussen baankansen en studiekeuzes. Dit betekent echter niet dat dit patroon over de gehele linie kan worden doorgetrokken. Het perspectief op een baan na de studie is volgens het CPB wel een factor die meeweegt bij de studiekeuze, maar niet de belangrijkste. Bij mbo-studenten staat dit op de derde plaats, waarbij de voorkeur en inschatting van talent zwaarder wegen.
Het CPB sluit niet uit dat studenten mogelijk onvoldoende geïnformeerd zijn over de baankansen bij het maken van hun studiekeuze. Dit kan betekenen dat ze het belangrijk vinden, maar dat hun keuze daar niet op aansluit.