Shell niet aangeklaagd voor olielek in 2011
Gepubliceerd op 10/05/2023 16:00 in Economie
Een grote groep personen en gemeenschappen heeft geprobeerd om Shell aan te klagen voor de schade die veroorzaakt werd door een olielek in 2011 bij het Bonga-olieveld voor de kust van de Nigerdelta in Nigeria. Het lek heeft volgens de groep langetermijnschade veroorzaakt aan land, waterwegen, landbouw, visserij, drinkwater, mangrovebossen en religieuze heiligdommen. Shell heeft echter betoogd dat er aan land geen schade is veroorzaakt en dat de olie op zee al is opgeruimd.
Het hooggerechtshof van het Verenigd Koninkrijk heeft nu geoordeeld dat Shell niet meer aangeklaagd kan worden voor deze zaak, omdat de normale verjaringstermijn van zes jaar is verstreken. De groep, bestaande uit 27.800 personen en 457 gemeenschappen, had betoogd dat de verjaringstermijn niet geldt vanwege de langetermijnschade, maar het hooggerechtshof is het daar niet mee eens.
Shell is vaker aangeklaagd voor olielekkages in Nigeria. Vorig jaar bepaalde het gerechtshof in Den Haag dat Shell aansprakelijk is voor een zaak die was aangespannen door vier gedupeerde Nigeriaanse boeren, gesteund door Milieudefensie. Shell betoogde dat de lekkages werden veroorzaakt door inwoners en lokale bendes die de leidingen moedwillig beschadigden om olie te stelen, en dat het moederbedrijf van Shell niet rechtstreeks verantwoordelijk is omdat de dagelijkse leiding in handen is van dochterbedrijf Shell Nigeria. Het gerechtshof oordeelde echter dat Shell toch aansprakelijk is omdat het "de meest waarschijnlijke hypothese" is dat oliedieven de lekkages veroorzaken, maar er geen hard bewijs is voor deze stelling. De vier boeren en hun gemeenschappen kregen toen een schadevergoeding van 15 miljoen euro van Shell.