Kosten Toeslagenaffaire blijven stijgen terwijl ouders op afhandeling wachten
Gepubliceerd op 06/01/2024 18:00 in Economie
De afhandeling van de Toeslagenaffaire bevindt zich in nieuw vaarwater nu ouders zich niet langer kunnen aanmelden als nieuwe gedupeerden. Tienduizenden mensen wachten nog op een beoordeling van hun dossier, terwijl het ministerie van Financiën verschillende manieren uitprobeert om hun schade zo goed mogelijk af te handelen. De kosten voor deze zogenaamde hersteloperatie zijn gestegen van de oorspronkelijke schatting van 310 miljoen naar maar liefst 7,2 miljard euro, en er lijkt nog geen einde in zicht.
In 2020 begon het ministerie van Financiën met het opzetten van een crisisorganisatie om gedupeerde ouders te helpen. Het aantal aanmeldingen steeg echter sterk toen ouders na een eerste toets 30.000 euro compensatie beloofd werd. Van 9200 aanmeldingen steeg dit aantal naar 17800 in slechts twee maanden tijd.
Om al deze ouders te kunnen helpen en hun dossiers te beoordelen, waren er veel extra medewerkers nodig. Dit is duidelijk te zien aan de begroting, die in april 2021 al op ruim 1,7 miljard euro stond. Het kabinet besloot ook om de private schulden van gedupeerden over te nemen, waarbij de geschatte kosten bijna 370 miljoen bedroegen. Hierdoor liepen de totale kosten voor de hersteloperatie op tot ruim 5 miljard euro dat jaar.
Er werden verschillende regelingen toegevoegd, zoals juridische bijstand en hulp uit de gemeente. Ook kregen ex-partners en 80.000 kinderen recht op compensatie. Dit zorgde voor een groeiende wachtrij van ouders wiens dossiers behandeld moesten worden. Tegelijkertijd werden er experimenten gestart om de afhandeling van immateriële schade te versnellen, waaronder het gebruik van een vaststellingsovereenkomst.
Als gevolg van al deze maatregelen groeide het aantal medewerkers van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) sterk. Ongeveer driekwart van hen was extern ingehuurd, wat gemiddeld twee keer zoveel kost als vast personeel. Dit kwam doordat medewerkers die betrokken waren bij de toeslagenaffaire in principe niet binnen het UHT mochten werken. Het ministerie van Financiën moest snel medewerkers regelen, wat externe inhuur rechtvaardigde.
Verschillende organisaties en bedrijven werden ingeschakeld om te helpen bij de uitvoering, waaronder grote consultancybedrijven en de Stichting (Gelijk)waardig Herstel van prinses Laurentien. Deze stichting ontving dit jaar 4,5 miljoen euro om een nieuwe regeling voor immateriële schade uit te voeren.
Ongeveer 30 procent van de kosten voor de hersteloperatie ging naar apparaatskosten. Dit is hoger dan wat gebruikelijk is binnen de Rijksoverheid, waar gemiddeld minder dan 5 procent wordt besteed aan uitvoering. Deskundigen zijn van mening dat de hersteloperatie lastig te vergelijken is met andere regelingen van de Rijksoverheid, omdat het complexer is om uit te voeren. Daarnaast zorgen nieuwe regelingen en veranderingen tijdens de uitvoering voor extra kosten. Hoewel externe inhuur begrijpelijk is vanwege de complexiteit, waren de kosten hiervoor relatief hoog. Meer vast personeel had waarschijnlijk goedkoper geweest, volgens experts.