EU-landen sluiten akkoord over hervorming begrotingsregels
Gepubliceerd op 20/12/2023 21:00 in Economie
De EU-landen hebben eindelijk overeenstemming bereikt over de hervorming en vernieuwing van de Europese begrotingsregels. Het strakke keurslijf van begroting en schulden wordt losser en er komt meer maatwerk. Desondanks zullen deze begrotingsregels gehandhaafd moeten worden. De ministers van Financiën van de 27 EU-lidstaten hebben uitgebreid onderhandeld over deze vernieuwing.
De basisregels van de Europese begrotingssystematiek zijn iets aangepast. Momenteel moeten landen hun begrotingstekort nog beperken tot 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). In de toekomst zal het doel zijn om het tekort terug te brengen naar 1,5 procent van het bbp. Landen moeten hun staatsschuld echter wel onder de 60 procent houden. Met de nieuwe regels krijgen ze echter meer ruimte om dit langzamer af te bouwen.
De veranderingen betreffen met name de termijnen en voorwaarden voor het voldoen aan deze eisen wanneer de tekorten of schulden te hoog zijn. EU-landen met een staatsschuld hoger dan 90 procent van het bbp moeten de schuld jaarlijks met gemiddeld 1 procent laten dalen, gedurende vier tot zeven jaar. Voor EU-landen met een schuldenratio tussen de 60 en 90 procent van het bbp geldt dat zij de schuld jaarlijks met gemiddeld een half procent moeten verminderen, eveneens in vier tot zeven jaar.
Minister Kaag van Financiën benadrukt het belang van duidelijke regels om een stevig fundament onder de nationale begrotingen te leggen en erop toe te zien dat iedereen zich daaraan houdt. Ze stelt dat het gezamenlijke belang van alle EU-lidstaten hiermee gediend wordt. Het nieuwe systeem stimuleert hervormingen en biedt ruimte voor gepaste investeringen die afgestemd zijn op de situatie van elk land. Het systeem werkt anticyclisch, zodat potentiële economische groei niet wordt belemmerd. Daarnaast is het van belang dat de regels beter worden nageleefd, wat vaak een probleem was.
De nieuwe begrotingsregels zullen landen meer flexibiliteit bieden om in de komende jaren de benodigde investeringen te doen voor het verduurzamen en digitaliseren van hun economieën. Landen met een grote staatsschuld, zoals Italië en Griekenland, maakten zich zorgen dat de strenge begrotingsregels hen zouden belemmeren om te investeren. In de toekomst zullen landen daarom plannen moeten indienen bij de Commissie, waarin zij laten zien hoe zij hun overheidsfinanciën op orde brengen en hun economie stimuleren.
Al jarenlang worstelen de EU-landen met de Europese begrotingsregels uit het stabiliteitspact, dat dateert uit de jaren 90. De oude regels legden een strikt pad op aan landen die niet aan de criteria voor begrotingstekort en staatsschuldquote voldoen. Wanneer de staatsschuld boven de 60 procent kwam, moesten landen drastisch bezuinigen: 5 procent per jaar. Dit veroorzaakte met name problemen voor Zuid-Europese landen zoals Griekenland, Italië en Portugal, die te maken hadden met hoge staatsschulden. Frankrijk worstelde ook met de rigide begrotingsregels.
Aan de andere kant waren Nederland en Duitsland al langere tijd gefrustreerd over het gebrek aan handhaving van de begrotingsregels door Brussel wanneer landen zich er niet aan hielden. Het compromis dat nu is bereikt, houdt in dat de regels flexibeler zijn, maar dat landen die zich er niet aan houden wel gestraft zullen worden.
Op dit moment worden de begrotingsregels niet gehandhaafd vanwege de grote uitgaven die landen hebben moeten doen als gevolg van de coron