Ondernemers moeten meer betalen voor achtergrondmuziek door wijziging in beleid Sena

Gepubliceerd op 09/12/2023 21:00 in Economie

Ondernemers die achtergrondmuziek in hun winkel, restaurant of bedrijfsruimte willen afspelen, zullen volgend jaar in sommige gevallen meer geld moeten betalen. Dit is het gevolg van een beleidswijziging van Sena, de stichting die ervoor zorgt dat artiesten en producenten een vergoeding ontvangen wanneer hun werk wordt gebruikt.

Veel ondernemers maken gebruik van 'rechten-inclusieve muziek', wat betekent dat de rechten vooraf al zijn verkregen door een tussenpersoon. Op deze manier hoeven eindgebruikers, zoals horecazaken, geen extra kosten te betalen voor het afspelen van deze muziek. Het betreft hier niet de laatste hits die ook op de radio te horen zijn, maar muziek van minder bekende artiesten. Deze artiesten verkopen hun muziekrechten zelfstandig aan een tussenpersoon en ontvangen daar een vergoeding voor.

Onder het nieuwe beleid van Sena, dat in 2024 wordt ingevoerd, is deze constructie niet langer toegestaan. Ondernemers die muziek in hun zaak willen afspelen, worden verplicht om de vergoeding hiervoor via Sena te regelen. Hierdoor krijgen zij toegang tot het wereldrepertoire met muziek van grote, bekende artiesten.

Niet iedereen staat te springen om deze verandering. Pim Bijleveld, eigenaar van pannenkoekrestaurant De Pimpernel in het Brabantse Berlicum, heeft geen behoefte aan een wereldrepertoire: "Voor de instrumentale muziek die ik in het restaurant draai, betaal ik nu 200 euro. Straks zal dit bedrag veel hoger worden."

Koninklijke Horeca Nederland (KHN) beschrijft de keuze van Sena in een brandbrief als een vorm van 'gedwongen winkelnering', waarbij horecabedrijven verplicht worden om bij Sena in te kopen. Ze verzoeken de stichting om het beleid te heroverwegen.

Ook Hessel van Oorschot, eigenaar van Tribe of Noise, een bedrijf dat al meer dan tien jaar rechten-inclusieve muziek levert aan meer dan 1000 Nederlandse restaurants en winkels, is niet blij met de beleidswijziging. Hij hoopt dat politiek Den Haag en de toezichthouder ingrijpen: "Dit is een klap in ons gezicht. Sena gaat geld innen bij mkb-ondernemers die onze muziek afspelen, terwijl Sena bij voorbaat al weet dat dit niet kan worden uitbetaald aan onze muzikanten. Je vraagt je af wie hier beter van wordt."

Sena geeft aan dat zij gewoon uitvoering geven aan de wet. Zij zijn in 1993 door de overheid aangewezen als enige partij die rechten van artiesten en producenten beheert. In 2020 werd deze rol bevestigd door de Hoge Raad in een rechtszaak over een ander onderwerp.

Na een gedoogperiode heeft Sena besloten om per 1 januari 2024 het beleid aan te passen. Dit betekent dat gebruikers van muziek waarvan Sena de rechten beheert niet langer vrijgesteld zijn van het betalen van vergoedingen.

Volgend jaar zal Sena ondernemers bezoeken om hen te informeren over het nieuwe beleid. Als een onderneming niet over de juiste licentie beschikt, kan dit ter plekke worden geregeld. Als ondernemers weigeren, kunnen er juridische stappen worden genomen.