Kleding gemaakt met dwangarbeid in Xinjiang moeiteloos in Europa verkrijgbaar, aldus rapport
Gepubliceerd op 08/12/2023 22:00 in Economie
Uit een nieuw rapport van een Britse universiteit en Oeigoerse belangenorganisaties blijkt dat kleding die in de Chinese regio Xinjiang wordt gemaakt met behulp van dwangarbeid moeiteloos de Europese Unie binnenkomt. Onderzoekers hebben de toeleveringsketens vanuit China onderzocht aan de hand van openbare bronnen.
Het rapport identificeert vier grote Chinese kledingproducenten die actief zijn in Xinjiang of banden hebben met de provincie en hun kleding leveren aan Europese merken. Het is algemeen bekend dat de Oeigoeren, een moslimminderheid in de regio, onder dwangarbeid moeten werken onder druk van de Chinese overheid. Ook Kirgiziƫrs, Kazachen en Noord-Koreanen worden gedwongen tewerkgesteld. Dwangarbeid vindt plaats in 'heropvoedingskampen' en gevangenissen in de regio, maar minderheden worden ook in 'gewone' bedrijven zowel binnen als buiten de provincie tewerkgesteld, meestal ver van hun oorspronkelijke woonplaats. De regering in Peking ontkent dat er sprake is van dwangarbeid.
De kleding van deze Chinese bedrijven komt terecht in vrijwel elke Nederlandse winkelstraat, zowel bij fast fashion-ketens als bij luxe merken. De onderzoekers hebben verbanden gelegd tussen de vier producenten en 39 kledingmerken, waaronder Mango, Primark, H&M, Vero Moda, Inditex (Zara) en Decathlon. Ook Hugo Boss, Tommy Hilfiger, Burberry en Prada worden genoemd.
Veel van deze merken hebben verklaard geen bewijs te hebben van dwangarbeid in hun toeleveringsketens en dwangarbeid niet te tolereren. Dit hebben zij ook aan de onderzoekers verklaard, hoewel sommige merken wel toegeven zaken te doen met een van de genoemde bedrijven. Zo verklaart het Duitse s. Oliver bijvoorbeeld: "Voor zover wij weten, hebben hun productieprocessen en gebruikte materialen geen connectie met Xinjiang".
De onderzoekers stellen echter dat onafhankelijke inspecties van leveranciers in Xinjiang, inclusief controle op dwangarbeid, voor merken praktisch onmogelijk zijn vanwege de grip die de Chinese overheid heeft op de regio. Bovendien wordt het in kaart brengen van de toeleveringsketen bemoeilijkt door de leveranciers zelf. De Chinese bedrijven die in het rapport worden genoemd, veranderen regelmatig van naam en passen hun bedrijfsstructuur aan om niet geassocieerd te worden met dwangarbeid in Xinjiang. Ze opereren soms zelfs vanuit vestigingen in Vietnam of Sri Lanka.
Een van de vier Chinese bedrijven heeft via een advocaat laten weten dat de bevindingen in het rapport "niet kloppen en smadelijk zijn".
Het rapport laat zien dat kleding die met dwangarbeid wordt gemaakt zonder beperkingen naar de EU wordt geƫxporteerd. De onderzoekers concluderen dat "het EU-beleid consumenten niet beschermt tegen het onbewust kopen van producten die zijn gemaakt met dwangarbeid door Oeigoeren". Er wordt in Europa wel gesproken over strenger beleid; het onderzoek werd ook gefinancierd door de sociaaldemocratische fractie in het Europees Parlement.
Er ligt een voorstel op tafel dat grote bedrijven verplicht om "gepaste zorgvuldigheid" na te leven bij hun activiteiten op de Europese markt, inclusief het aanpakken van schendingen van de mensenrechten in hun toeleveringsketens. De onderzoekers pleiten ervoor dat dit voorstel wordt aangenomen. Ze stellen ook dat de EU de import van alle producten die met dwangarbeid zijn gemaakt, zou moeten verbieden.
In de Verenigde Staten werd een vergelijkbare wet al in 2022 ingevoerd. V