Gemeenten in Nederland zetten in op deelmobiliteit om parkeerdruk te verminderen

Gepubliceerd op 22/11/2023 19:00 in Economie

Op een parkeerplaats aan de rand van de wijk Wippolder in Delft staan drie ongebruikte deelauto's, terwijl er maar één tijdens spitstijd is meegenomen. Dit illustreert hoe gemeenten in Nederland inzetten op deelmobiliteit om de parkeerdruk te verminderen, maar tegelijkertijd nog veel kunnen verbeteren op dit gebied.

Uit een rondgang van de NOS blijkt dat een aanzienlijk aantal van de 25 grootste gemeenten in Nederland te maken heeft met parkeerdruk. Gemeenten zoals Delft, Zwolle, Haarlem, Arnhem, Groningen en Utrecht overwegen deelmobiliteit als oplossing voor dit probleem.

In Nederland zijn er al diverse hubs, waar verschillende vormen van deelmobiliteit worden aangeboden. Zo kunnen gebruikers in Zwolle hun auto parkeren en vervolgens verder reizen met het openbaar vervoer. In Delft is er een kleine hub voor deelauto's en in het Drentse Borger bevindt zich een groot overstappunt.

Deelmobiliteit omvat niet alleen deelauto's, maar ook deelbakfietsen en scooters. Volgens Niels van Oort, universitair hoofddocent Public Transport aan de TU Delft, is het belangrijk om een breed scala aan deelmobiliteit aan te bieden om hubs succesvol te maken. Daarnaast kan het toevoegen van andere voorzieningen, zoals een pakketpunt, helpen bij het verkorten van de reistijd voor gebruikers.

Vooral het gebruik van deelauto's zit volgens Van Oort in de lift. Deelmobiliteit is niet voor iedereen en is afhankelijk van de context, maar het kan een waardevol onderdeel zijn van onze mobiliteitsmix. Veel gemeenten hebben plannen om meer hubs te creëren, ook bij woonwijken. Bij nieuwbouwprojecten wordt soms bewust rekening gehouden met de behoefte aan parkeergelegenheid.

Sommige gemeentes, zoals Tilburg, Breda, Nijmegen en Dordrecht, willen dat bewoners van nieuwbouwwijken zelf voor hun parkeerplek zorgen, aangezien er vaak beperkte ruimte is voor een eigen auto. In Nijmegen komen bewoners zonder eigen parkeermogelijkheden niet in aanmerking voor een parkeervergunning.

Er zijn echter nog uitdagingen om mensen te overtuigen geen eigen auto meer te hebben. Deelmobiliteit wordt soms als "gedoe" ervaren, vanwege het grote aantal aanbieders met elk hun eigen app en soms vereiste creditcardkoppeling. Het moet vanzelfsprekender en gemakkelijker worden, met volwaardige alternatieven, aldus Van Oort.

Vertrouwen in beschikbaarheid is ook cruciaal. Als wordt beloofd dat er bij een hub nog deelfietsen of -auto's beschikbaar zijn, moeten deze er ook daadwerkelijk staan.

Naast hubs nemen gemeenten ook andere maatregelen om de parkeerdruk te verminderen. Zo kan er bijvoorbeeld simpelweg meer betaald worden voor een parkeerplek of worden parkeergarages goedkoper gemaakt dan parkeren op straat. Gemeenten zoals Breda en Amsterdam sturen bewoners met een vergunning naar parkeergarages. Daarnaast zijn betaalde parkeergebieden in veel grote steden, zoals Rotterdam en Eindhoven, het afgelopen jaar uitgebreid.

Sommige gemeenten beperken het aantal parkeervergunningen voor bijvoorbeeld de binnenstad, terwijl anderen juist een maximum stellen aan het aantal toegewezen parkeervergunningen. In de meeste steden, zoals Enschede en Maastricht, mogen zowel bewoners als bedrijven maximaal één vergunning hebben, afhankelijk van de parkeerdrukte in het gebied.

Gemeenten in Nederland zijn actief bezig met het stimuleren van deelmobiliteit om de parkeerdruk te verminderen. Hoewel er nog uitdagingen zijn, biedt deelmobiliteit z

Lees meer nieuws in economie