Bedrijven hebben minder moeite met vinden nieuw personeel

Gepubliceerd op 14/11/2023 04:00 in Economie

In Nederland is het aantal vacatures in het derde kwartaal van dit jaar gedaald, zo blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit is het vijfde opeenvolgende kwartaal waarin het aantal vacatures afneemt, waardoor ook de krapte op de arbeidsmarkt afneemt.

In juli, augustus en september waren er in totaal 12.000 vacatures minder dan in de voorgaande drie maanden. Dit betekent dat er in het derde kwartaal 114 vacatures waren voor iedere honderd werklozen, terwijl dit in de vorige periode nog 122 vacatures waren. Met name in de sectoren handel, horeca en industrie nam het aantal vacatures sterk af. Alleen in de sectoren openbaar bestuur en landbouw was er nog een lichte groei in het aantal vacatures waar te nemen.

Het CBS rapporteerde eerder dat de werkloosheid in Nederland in dezelfde periode voor de vijfde achtereenvolgende maand is gestegen. Vooral jongeren waren het slachtoffer en verloren hun baan in de maanden juli, augustus en september.

Deze toename in werkloosheid kan mogelijk worden verklaard door het afnemende aantal arbeidskrachten met een flexibel contract. In het derde kwartaal waren er 29.000 minder mensen met een flexibel contract dan het voorgaande kwartaal. Daarentegen is het aantal mensen met een vast contract juist toegenomen, met 32.000 mensen tot een totaal van 5,4 miljoen.

Volgens het CBS werden vooral veel tijdelijke contracten niet verlengd in het derde kwartaal. Met name jongeren in de leeftijd van 15 tot 25 jaar kregen geen verlenging van hun tijdelijke arbeidscontract. In Nederland heeft bijna 76 procent van de jongeren zo'n tijdelijk contract, terwijl het gemiddelde in de hele Europese Unie slechts 35 procent is.

Nederland bevindt zich momenteel in een recessie sinds deze zomer. In het tweede kwartaal van dit jaar kromp de economie met 0,2 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Later op de dag zal het CBS cijfers publiceren over de economische groei (of krimp) in het derde kwartaal.