Starters op woningmarkt krijgen meer ruimte door dalende huizenprijzen en stijgende lonen
Gepubliceerd op 04/05/2023 07:00 in Economie
Uit een analyse van De Nederlandsche Bank (DNB) blijkt dat starters op de woningmarkt vanaf dit najaar meer ruimte krijgen. Dit komt doordat de huizenprijzen dalen en de lonen juist stijgen. Voor jonge huizenkopers worden woningen hierdoor iets betaalbaarder.
Voor veel starters was de situatie op de woningmarkt jarenlang uitzichtloos. Door het krappe woningaanbod en de lage rente was er bijna altijd wel een doorstromer met overwaarde of een belegger met diepere zakken. Vorig jaar verslechterde die positie nog verder doordat de stijging van de hypotheekrente sneller ging dan de daling van de woningprijzen.
De woningmarkt begint nu echter af te koelen en de lonen stijgen het snelst in decennia. Ondanks de gestegen rente leidt dit in de loop van dit jaar tot een verbetering van de betaalbaarheid van woningen voor starters. DNB-econoom Dorinth van Dijk geeft aan dat de hogere inkomens voor starters, als gevolg van de cao-onderhandelingen, ervoor zorgen dat zij uiteindelijk meer kunnen lenen.
Ook wordt een belegging in vastgoed door een stapeling van maatregelen voor beleggers juist minder interessant, wat de positie van starters ten opzichte van beleggers iets verbetert of minder slecht maakt. Beleggers waren de afgelopen jaren vooral in steden een geduchte concurrent voor starters. Inmiddels zeggen particuliere verhuurders hun woningen te verkopen omdat de opbrengst door kabinetsbeleid te laag wordt.
Hoewel er meer ruimte komt op de woningmarkt, betekent dit niet dat het voor starters makkelijk wordt om een koopwoning te vinden. Het gemiddelde inkomen van een startershuishouden was in 2022 ongeveer 67.500 euro. Met dit inkomen kunnen starters tegen de huidige hypotheekrente van zo'n 4 procent maximaal 312.000 euro lenen. Een gemiddelde woning kostte vorig jaar echter 432.000 euro. Ook is het aanbod van woningen, ondanks de toename in het afgelopen jaar, nog altijd laag.