Verkiezingspartijen pleiten voor meer kernenergie als duurzaam alternatief
Gepubliceerd op 25/10/2023 19:00 in Economie
Vandaag viert de kerncentrale Borssele haar 50e verjaardag. Waar in de jaren 70 en 80 veel verzet was tegen kernenergie, is het tij nu volledig gekeerd. Veruit de meeste partijen die meedoen aan de aankomende verkiezingen willen meer kernenergie en zien dit als een belangrijk thema voor de verkiezingen. Dit is een radicale verandering in het denken over kernenergie.
De Kerncentrale Borssele werd op 25 oktober 1973 in gebruik genomen en had lange tijd te maken met veel weerstand. Mensen beschouwden kernenergie als gevaarlijk en vreesden voor ongelukken. Met name in de jaren 80 werd er fel actie gevoerd tegen kerncentrale Borssele en de tweede kerncentrale in Dodewaard.
Er zijn meerdere pogingen gedaan om Borssele te sluiten, maar zonder succes. In 1986 liep een meerdaagse blokkade van de kerncentrale Borssele uit op een confrontatie tussen de Mobiele Eenheid en de anti-kernenergiebeweging. Hierbij vielen 60 gewonden. Dit wordt gezien als het laatste grote protest tegen kernenergie in Nederland.
De weerstand tegen kernenergie is echter wel blijven bestaan. Na de ramp in Fukushima in 2011 besloot de politiek dat de kerncentrale Borssele uiterlijk in 2013 gesloten moest worden. Dit werd echter uitgesteld naar 2034 en is inmiddels van de politieke agenda verdwenen.
Het denken over kernenergie is langzamerhand positiever geworden door het besef dat fossiele brandstoffen sterk bijdragen aan klimaatverandering en dat er gezocht moet worden naar duurzame alternatieven. Het huidige demissionaire kabinet heeft besloten dat de kerncentrale langer open moet blijven en dat er gekeken moet worden naar de bouw van twee nieuwe kerncentrales, ook in de gemeente Borsele.
De meeste partijen die meedoen aan de verkiezingen staan positief tegenover kernenergie, wat een radicale verandering is ten opzichte van voorgaande jaren. In 2017 was alleen de SGP expliciet voorstander van kernenergie, maar nu hebben bijna alle partijen zich ontwikkeld in hun standpunt.
Zelfs D66, de partij van minister Jetten voor Klimaat en Energie, staat nu open voor kernenergie. In het verkiezingsprogramma van 2017 wezen zij kernenergie nog af, maar nu benadrukken zij dat kernenergie een bescheiden onderdeel moet zijn van de energiemix. Wind- en zonne-energie worden gezien als de belangrijkste bronnen, maar kernenergie kan dienen als CO2-vrije energiebron voor momenten waarop er weinig duurzame energie beschikbaar is.
Het aantal uitgesproken tegenstanders van kernenergie in de Tweede Kamer is nu zeer beperkt. GroenLinks-PvdA, SP, Partij voor de Dieren en Bij1 zijn tegen kernenergie, maar ook zij sluiten de deur niet volledig. Zo geeft de SP aan dat kernenergie op dit moment nog geen alternatieve energiebron kan zijn vanwege het ontbreken van een veilige oplossing voor de opslag van kernafval.
In het College Tour-verkiezingsdebat van afgelopen zondag was GroenLinks-PvdA-lijsttrekker Timmermans de enige die nog steeds tegenstander is van kernenergie. Hij benadrukte echter dat zijn bezwaren vooral te maken hebben met de kosten en de beperkte ruimte in Nederland. Hij vindt het niet verstandig om te investeren in nieuwe kerncentrales, omdat tegen de tijd dat deze er staan, de technologie voor bijna-kernfusie al ver gevorderd zal zijn.
Zelfs de tegenstanders zijn dus van mening verschoven. Timmermans gaf aan dat kernenergie wellicht een goede optie is voor andere landen, maar dat Nederland er geen behoefte aan heeft. Het is nu aan het komende kabinet om een