Salarisverschil tussen mannen en vrouwen groeit volgens onderzoekers
Gepubliceerd op 05/10/2023 13:00 in Economie
Uit het Nationaal Salaris Onderzoek van carrièreplatform Intermediair en Nyenrode Business Universiteit blijkt dat het salarisverschil tussen mannen en vrouwen de afgelopen twee jaar is toegenomen. Mannen verdienen nu gemiddeld 7,4 procent meer dan vrouwen voor hetzelfde werk, terwijl dit twee jaar geleden nog 5 procent was.
Het onderzoek laat zien dat sindsdien 70 procent van de mensen in loondienst een salarisverhoging heeft gekregen. Echter, mannen hebben hier meer van geprofiteerd dan vrouwen. Mannen kregen gemiddeld een salarisverhoging van 16 procent, terwijl vrouwen het moesten doen met 9 procent.
Onderzoeker Jaap van Muijen van Nyenrode merkt op dat een loonkloof al snel ontstaat doordat mannen binnen dezelfde salarisschaal vaak hoger instromen dan vrouwen. Daarnaast speelt de werkonderbreking bij vrouwen een rol. Doordat vrouwen vaker een periode niet of minder werken vanwege kinderen of mantelzorg, vinden er minder gesprekken plaats over doorgroeimogelijkheden of salarisverhogingen.
De oorzaak van de grotere loonkloof in de afgelopen twee jaar is moeilijk te achterhalen. Van Muijen vermoedt dat de forse loonstijgingen van invloed zijn geweest. Als vrouwen al lager ingeschaald zijn dan mannen en iedereen krijgt bijvoorbeeld 10 of 14 procent extra salaris, dan groeit de kloof. Ook speelt mogelijk de rol van salarisonderhandelingen mee, waarbij mannen zich wellicht harder hebben opgesteld.
Van Muijen benadrukt echter dat het aan de werkgevers is om ervoor te zorgen dat de lonen binnen een bedrijf of organisatie eerlijk verdeeld worden. Het onderzoek heeft de loonverschillen gecorrigeerd voor verschillen tussen mannen en vrouwen op het gebied van opleiding, aantal werkuren, leeftijd, werkervaring, functie, woonplaats en branche.
Opvallend is dat de loonkloof zowel bij theoretisch als praktisch opgeleide werknemers groeit. Doorgaans verdienen theoretisch opgeleiden meer dan praktisch opgeleiden. Van Muijen wijst erop dat theoretisch opgeleide mannen vaak meer gebruik maken van aanvullende arbeidsvoorwaarden zoals bonussen en een auto van de zaak, wat een positief effect heeft op het uiteindelijke salaris.
Het onderzoek toont ook aan dat bij praktisch opgeleid personeel het salaris steeds vaker niet voldoende is om de maandelijkse kosten te dekken. Dit geldt voor 20 procent van de fulltime eenverdieners en 18 procent van de tweeverdieners.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzoekt eveneens het loonverschil tussen mannen en vrouwen. Uit hun meest recente cijfers, van 2022, blijkt dat er nog altijd sprake is van een daling van de loonkloof. Het ongecorrigeerde loonverschil bedroeg toen bijna 13 procent, wat betekent dat het gemiddelde uurloon van vrouwen bijna 13 procent lager ligt dan dat van mannen.
Volgens het CBS is het loonverschil sinds 1995 gestaag afgenomen met gemiddeld 0,5 procentpunt per jaar. Deze trend heeft zich ook voortgezet in 2022.
Het CBS corrigeert zijn cijfers ook voor verschillen tussen mannen en vrouwen op het gebied van leeftijd, onderwijsniveau, beroepsniveau en type baan. Het meest recente cijfer is van 2020 en laat zien dat het loonverschil in het bedrijfsleven toen 6 procent bedroeg en bij de overheid 3 procent. Beide percentages waren kleiner dan in 2018, toen het respectievelijk 7 procent en 4 procent was.