Kabinet wil dividendstrippen aanpakken, maar deskundigen twijfelen aan effectiviteit
Gepubliceerd op 20/09/2023 13:00 in Economie
Het demissionair kabinet heeft plannen om nieuwe regels in te voeren om dividendstrippen, een vorm van belastingontwijking, tegen te gaan. Beleggers zullen voortaan zelf moeten aantonen dat ze recht hebben op teruggave van dividendbelasting. Deskundigen zijn echter van mening dat deze nieuwe regels waarschijnlijk niet het einde zullen betekenen van de fraude.
Naar schatting heeft de fraude de Belastingdienst in de loop der jaren ongeveer 26 miljard euro gekost. Onlangs is in Nederland de eerste verdachte opgepakt en het Openbaar Ministerie doet onderzoek naar de betrokkenheid van ABN Amro.
Dividendstrippen maakt gebruik van complexe constructies. Om dit probleem aan te pakken is het in de huidige regels lastig voor de Belastingdienst om te bewijzen dat iemand die dividenden ontvangt eigenlijk geen recht heeft op teruggave van dividendbelasting. Dit komt omdat er vaak buitenlandse partijen bij betrokken zijn en transacties op de beurs plaatsvinden.
In het nieuwe voorstel wordt de bewijslast omgedraaid. Als beleggers aanspraak willen maken op belastingvermindering, moeten ze zelf aantonen dat ze gerechtigd zijn tot de opbrengst van de aandelen. Dit wordt de "uiteindelijk gerechtigde" genoemd.
Het is moeilijk vast te stellen hoe vaak dividendstrippen in Nederland voorkomt. Uit signalen naar het kabinet blijkt dat pensioenfondsen nog steeds betrokken zijn bij deze vorm van belastingontduiking. Een belangrijk signaal hiervoor is de handel in aandelen rond de dividenddatum, waarop bedrijven dividend uitkeren aan hun aandeelhouders. In Nederland is deze handel nog altijd hoog, terwijl deze pieken duidelijk zijn afgenomen in landen die al eerder strengere wetgeving hebben ingevoerd, zoals Duitsland.
Hoogleraar belastingrecht Jan van de Streek uit zijn twijfels over de effectiviteit van de voorgestelde maatregelen. Hoewel hij de omkering van de bewijslast als een stap vooruit ziet, vreest hij dat het slechts "dweilen met de kraan open" zal zijn. Van de Streek wijst erop dat de term "uiteindelijk gerechtigde" vaag is en ruimte biedt voor ontwijkende constructies. Daarnaast twijfelt hij of de Belastingdienst in staat is om de vele boekenonderzoeken uit te voeren die het voorstel met zich meebrengt, aangezien er geen extra capaciteit wordt voorzien.
Ook strafrechtadvocaat Judith de Boer, die kennis heeft van dividendstrippen, is kritisch. Zij zegt dat de regels weliswaar het opsporen en achteraf bewijzen van gevallen van dividendstrippen iets makkelijker maken, maar dat de kern van het probleem hiermee niet wordt aangepakt. Volgens De Boer leiden de maatregelen niet tot een verandering van de heffingsgrondslag voor de dividendbelasting.
Onlangs zijn er ook Europese regels aangekondigd om misbruik en fraude rondom dividendbelasting tegen te gaan. Deze regels hebben ook als doel om de procedures voor het verminderen van onterecht betaalde dividendbelasting te stroomlijnen.