Overheid moet bedrijven anders stimuleren voor maatschappelijke oplossingen, vindt WRR

Gepubliceerd op 15/09/2023 12:00 in Economie

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is van mening dat de overheid te vaak verkeerde prikkels geeft aan het bedrijfsleven als het gaat om grote maatschappelijke problemen zoals klimaat, volksgezondheid en de arbeidsmarkt. Volgens het rapport 'Goede Zaken' moet er een einde komen aan het "pamperen" van bestaande grote spelers en moet innovatie meer gestimuleerd worden.

De onderzoekers waarschuwen dat het huidige beleid bedrijven te veel uit de wind houdt, waardoor ze afwachtend worden en vernieuwing belemmerd wordt. Dit zorgt ervoor dat vernieuwende bedrijven die oplossingen willen bieden voor maatschappelijke vraagstukken, op achterstand komen te staan.

"Wij geloven dat bedrijven een enorme innovatiekracht hebben", zegt Marthe Hesselmans, onderzoeker bij de WRR. "Ze kunnen oplossingen bieden voor verschillende maatschappelijke problemen, zoals gezonde voeding, recycling en de energietransitie. Maar dit gebeurt niet vanzelf."

De overheid geeft volgens de WRR vaak bestaande bedrijven een voorsprong. Als voorbeeld noemt Hesselmans de Innovatiebox, een belastingvoordeel dat bedoeld is om onderzoek door ondernemers te stimuleren. Dit voordeel wordt echter alleen toegekend aan bedrijven die al winst maken, waardoor de subsidie gebaseerd is op resultaten uit het verleden. Bovendien is de regeling complex, waardoor vernieuwende bedrijven die gestimuleerd moeten worden er moeilijk toegang toe hebben.

Ook subsidies voor fossiele brandstoffen vallen volgens Hesselmans in dezelfde categorie. Ze stelt dat er een grote hoeveelheid fiscale regelingen is voor verschillende bedrijven, waardoor het overzicht verloren gaat.

De WRR pleit ervoor om regelingen gerichter en minder langdurig in te stellen. Steun moet volgens hen slechts een tijdelijke impuls zijn voor maatschappelijke ontwikkelingen. Een voorbeeld hiervan is het subsidiëren van laadpalen voor elektrische auto's, waarbij de subsidie stopt zodra voldoende laadpalen geïnstalleerd zijn en de markt het zelf kan oppakken.

De overheid kan volgens de WRR wel invloed uitoefenen via het aanbestedingsbeleid. Omdat maatschappelijk ondernemen momenteel te weinig beloond wordt, is het volgens de WRR niet realistisch om te verwachten dat bedrijven uit eigen beweging stappen zullen zetten. De overheid kan hierbij als grote klant innovaties stimuleren die zowel maatschappelijk als zakelijk aantrekkelijk zijn.

Daarnaast raadt de WRR aan om de standaarden geleidelijk steeds strenger te maken, zoals bij brandstofnormen voor voertuigen. Hesselmans benadrukt echter dat de overheid wel verantwoordelijk is voor goed toezicht op naleving. Het gebrekkige toezicht op Tata Steel wordt als voorbeeld genoemd, waarbij overheden te veel toegeven aan gevestigde partijen.

Het rapport benadrukt dat het schadelijk is voor zowel de samenleving als het bedrijfsleven wanneer vernieuwende bedrijven op achterstand komen te staan en het vertrouwen van burgers in bedrijven en overheid ondermijnd wordt.

Hesselmans denkt niet dat een ander subsidiebeleid en scherper toezicht Nederlandse bedrijven op achterstand zet ten opzichte van buitenlandse concurrentie. Zij gelooft dat deze aanpak ook internationaal kan worden toegepast. Betutteling door de overheid met strengere regels voor bijvoorbeeld uitstoot of zout en suiker in voedsel wordt niet gevreesd, omdat duidelijke normen juist de innovatiekracht van het bedrijfsleven kunnen benutten voor maatschappelijke oplossingen.

Lees meer nieuws in economie