Koper hoeft meer dan 500.000 euro niet te betalen voor landbouwgrond; Rechter bekritiseert grondhandel
Gepubliceerd op 18/08/2023 15:00 in Economie
Een koper die een bedrag van meer dan 500.000 euro moest betalen voor een stuk landbouwgrond hoeft dit bedrag niet te betalen, zo heeft de rechter geoordeeld in een kortgedingprocedure. Het betreffende bedrijf dat de grond had verkocht, zag zich genoodzaakt om de zaak aan te spannen. De rechter heeft daarnaast kritiek geuit op de praktijk van grondhandel, die tegenwoordig steeds meer onder vuur ligt vanwege het hoge risiconiveau en het gebrek aan transparantie. Volgens de rechter worden consumenten momenteel onvoldoende beschermd.
Het concept van grondhandel houdt in dat een stuk landbouwgrond wordt opgedeeld in kleinere percelen die vervolgens aan particulieren worden verkocht als investering. Deze investeerders verwachten dat de waarde van de grond in de toekomst zal stijgen, bijvoorbeeld door een bestemmingswijziging ten behoeve van woningbouw.
De kosten van deze percelen variƫren van enkele tienduizenden tot honderdduizenden euro's. In de praktijk blijkt echter dat deze percelen vaak weinig tot geen rendement opleveren. In de berichtgeving van RTL Nieuws wordt aangegeven dat er nog nergens op deze gronden een woning is gebouwd, ondanks de verkoop van zo'n 17.000 percelen.
Er is veel kritiek op de praktijk van grondhandel, omdat verkopers vaak onvoldoende transparant zijn over de risico's en niet alle benodigde informatie verstrekken. Talloze kopers voelen zich misleid en raken hun geld kwijt.
In dit specifieke geval voelde de koper zich misleid door de grondhandelaar en wilde hij afzien van zijn investering. Ondanks de druk die de handelaar op de koper uitoefende om de koop te laten doorgaan, slaagde de koper erin de verkoopovereenkomst door de rechter te laten vernietigen.
Het bedrijf dat de grond had verkocht, besloot vervolgens een kort geding aan te spannen om alsnog de verkoop te laten doorgaan. Echter, de rechter oordeelde in het nadeel van de grondhandelaar.
In het vonnis vergeleek de rechter de aanschaf van zo'n perceel met het kopen van een zeer duur lot uit de loterij, terwijl dit vaak niet zo aan kopers wordt voorgesteld.
Vanwege het feit dat grondhandelaren geen actieve rol spelen in het beheer van de grond, worden deze transacties niet beschouwd als 'beleggingsproducten' die vallen onder de Wet op het financieel toezicht (Wft). Als gevolg hiervan vindt grondhandel plaats buiten het toezicht van de Autoriteit Financiƫle Markten (AFM).
De rechtbank acht deze zienswijze echter moeilijk te aanvaarden vanuit het perspectief van consumentenbescherming. In een bodemprocedure dient onderzocht te worden of er strengere regels moeten worden ingesteld voor grondhandel.