H&M onderzoekt vermeende misstanden in kledingfabrieken in Myanmar
Gepubliceerd op 17/08/2023 03:00 in Economie
Modeketen H&M heeft aangekondigd dat het twintig gevallen van vermeende uitbuiting en andere misstanden in kledingfabrieken in Myanmar onderzoekt. Dit komt naar aanleiding van een recent rapport van een Britse mensenrechtenorganisatie. Ook vakbonden en belangenorganisaties hebben hun zorgen geuit over de verslechterde arbeidsomstandigheden in kledingfabrieken sinds de machtsovername door het leger in 2021.
Volgens het Business & Human Rights Resource Centre zijn er tussen februari 2022 en februari 2023 in totaal 156 vermeende misstanden gemeld, honderd meer dan het voorgaande jaar. Deze misstanden zouden hebben plaatsgevonden in 124 verschillende fabrieken, niet alleen die waar H&M haar producten laat produceren, maar ook in fabrieken waar Inditex, moederbedrijf van onder andere Zara en Massimo Dutti, kleding laat maken. Inditex heeft nog niet gereageerd op deze bevindingen.
De meest voorkomende misstanden zijn het verlagen van salarissen, het inhouden van loon, onterecht ontslag, gedwongen en onbetaald overwerk, en geweld tegen vrouwelijke werknemers. Volgens woordvoerder Carson Wind van actiegroep Schone Kleren Campagne (SKC) moeten alle merken die zaken doen in Myanmar op de hoogte zijn van het dagelijkse misbruik dat plaatsvindt.
Vakbonden worden sterk tegengewerkt in Myanmar, soms zelfs met geweld. In het onderzoeksrapport wordt ook melding gemaakt van fabriekseigenaren die de junta informatie verstrekken over werknemers die zich uitspreken en vermeende oppositieaanhangers op de werkvloer. Militairen gebruiken intimidatie om medewerkers onder druk te zetten.
H&M heeft verklaard ernstig bezorgd te zijn over de ontwikkelingen in Myanmar en dat het steeds moeilijker wordt om volgens hun normen en vereisten te opereren.
Sinds de staatsgreep op 1 februari 2021 is het zeer onrustig in Myanmar. Het leger vecht tegen burgermilities, etnische minderheden en restanten van de oppositie. Volgens de Verenigde Naties maakt het leger zich schuldig aan oorlogsmisdaden tegen de eigen bevolking. Demonstranten en critici van de junta zitten in de gevangenis en de economie van het land is grotendeels ingestort.
De textielindustrie is een belangrijke bron van inkomsten in Myanmar. Na de staatsgreep waren veel internationale modebedrijven terughoudend om daar te produceren vanwege de onzekerheid over de gevolgen van het nieuwe regime voor de sector.
Steeds meer merken besluiten nu om hun productie elders onder te brengen vanwege berichten over schendingen van de mensenrechten en een groeiend aantal misstanden in kledingfabrieken. Zo heeft Inditex onlangs aangekondigd te vertrekken uit Myanmar, gevolgd door Mango. Vorig jaar besloot ook Primark geen kledingfabrieken in Myanmar meer in te huren.
Deze verschuiving betekent echter niet dat de arbeiders in de kledingfabrieken er beter van worden. Fastfashionbedrijven hebben in het verleden veel kritiek gekregen vanwege slechte arbeidsomstandigheden in productielanden. Wanneer grote modebedrijven vertrekken, worden de fabrieken gedwongen om orders aan te nemen van kleinere bedrijven die op zoek zijn naar de laagste prijs zonder enige eisen te stellen aan de behandeling van werknemers. Massale ontslagen zijn ook een reƫle dreiging.
Het is van cruciaal belang dat de vertrekkende merken ervoor zorgen dat de arbeiders niet in een nog slechtere situatie terechtkomen, aldus woordvoerder Wind van de Schone Kleren Campagne.
Hoewel sommige bedrijven, waaronder H&M, ervoor kiezen om in Myanmar te blijven, hebben