Grote Nederlandse werkgevers bieden gendertransitieverlof aan, maar landelijke regeling ontbreekt

Gepubliceerd op 03/08/2023 04:00 in Economie

Van de vijf grootste werkgevers in Nederland bieden er inmiddels drie een gendertransitieverlof aan. Ahold Delhaize, 's Nederlands grootste particuliere werkgever met 130.000 werknemers, heeft deze week aangekondigd dat zij buiten de cao om tot 33 weken verlof zullen geven voor een gendertransitie, met behoud van salaris.

Het nieuwe beleid van Ahold Delhaize omvat ook praktische tips voor collega's en managers om de juiste ondersteuning te bieden. De organisatie streeft naar een diverse en inclusieve maatschappij en erkent het belang van bewustwording en beleid voor de eigen werknemers.

Het initiatief om arbeidsvoorwaarden te moderniseren wordt vaak genomen door grote werkgevers. De vraag is echter of kleinere werkgevers zullen volgen en of er een landelijk beleid zal worden vastgesteld.

Het Transgender Netwerk is verheugd met deze ontwikkeling. Voorzitter Remke Verdegem benadrukt dat enkele grote bedrijven hiermee het goede voorbeeld geven. Het verlof stelt mensen in staat om in alle rust te herstellen en zij worden financieel gecompenseerd. Het Transgender Netwerk is van mening dat werkgevers hierdoor minder geneigd zullen zijn om te discrimineren tijdens sollicitatieprocessen.

Het verlenen van verlof is niet altijd opgenomen in de cao, maar kan ook in het personeelsreglement worden vastgelegd, zoals bij Ahold Delhaize het geval is. Peter Mekers van Netwerk Regenboog FNV geeft echter de voorkeur aan het opnemen van deze regeling in de cao, omdat dit niet teruggedraaid kan worden.

Volgens Transgender Info zijn er in Nederland tussen de 90.000 en 390.000 transgender personen, afhankelijk van de gehanteerde definitie. Het aantal transgender personen varieert op basis van of alleen gekeken wordt naar mensen die een sociale en medische transitie doormaken, of ook naar mensen die afwijken van hun geboortegeslacht op basis van genderidentiteit en -expressie.

Floris heeft inmiddels al gebruik gemaakt van het transitieverlof. Uit een onderzoek van onderzoeksbureau SEOR van de Erasmus Universiteit, dat twee jaar geleden werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Onderwijs, bleek dat de positie van transgender personen op de arbeidsmarkt kwetsbaar is. Zij ervaren vaker negatieve reacties, discriminatie en vooroordelen, en worden vaak geconfronteerd met onbegrip van werkgevers en collega's met betrekking tot hun transitie.

Naast de fysieke stress van de transitie, is mentale stress een van de grootste obstakels waar transpersonen mee te maken krijgen. Dit kan leiden tot een situatie waarin zij zich ver verwijderd voelen van de arbeidsmarkt en hun motivatie verliezen, aldus de onderzoekers.

Uit een onderzoek van het Sociaal en Cultuur Planbureau (SCP) uit 2017 blijkt dat transpersonen vaker behoren tot de laagste inkomenscategorie, vaker schulden hebben en een kleiner vermogen bezitten. Slechts 35 procent van de transgender personen is in loondienst, in vergelijking met 55 procent van de totale beroepsbevolking. Het SCP waarschuwt voor het ontstaan van een vicieuze cirkel van langdurige werkloosheid en onvoldoende ondersteuning.

Het Transgender Netwerk pleit daarom voor een landelijke regeling. Volgens Verdegem kan het midden- en kleinbedrijf de financiƫle lasten hiervan moeilijk dragen. Het aanvragen van een regeling bij een kleine werkgever kan veel tijd en geld kosten. Grote bedrijven zijn beter in staat om deze lasten te dragen.

Hoewel het Regenboogakkoord in het coalitieakkoord van het huidige demissionaire kabinet stond, waarin een wettelijk transitieverlof voor transgender personen werd toege

Lees meer nieuws in economie