Elektrificatie van vrachtwagens in Nederland verloopt moeizaam
Gepubliceerd op 22/07/2023 01:00 in Economie
Het wil nog niet vlotten met de overgang naar elektrische vrachtwagens in Nederland. Uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat nog geen half procent van de vrachtwagens in Nederland emissieloos rijdt, terwijl bij personenauto's dit percentage al op bijna 4 procent ligt.
De transitie naar elektrische vrachtwagens wordt bemoeilijkt door een complexe serie uitdagingen, waarbij haast geboden is vanwege de deadline van 2030. Deze deadline houdt in dat de uitstoot van schadelijke stoffen in Europa met 45 procent omlaag moet worden gebracht. Daarnaast worden de milieuzones in verschillende steden steeds strenger en zullen binnenkort niet alle dieselvrachtwagens meer toegestaan zijn in de stad.
De elektrificatie van vrachtwagens wordt ook wel een kip-ei-verhaal genoemd. De uitdagingen op het gebied van financiering, laadinfrastructuur en beschikbaarheid van e-trucks moeten tegelijkertijd worden aangepakt om elkaar niet te vertragen. Dit is een gezamenlijk project waarbij de overheid, gemeentes, netbeheerders, producenten en marktpartijen moeten samenwerken.
Een van de redenen waarom de productie van elektrische trucks nog op een laag pitje staat, is de lage vraag en hoge productieprijs. DAF, de op twee na grootste vrachtwagenproducent in Europa, zal dit jaar enkele honderden elektrische vrachtwagens produceren, terwijl ze vorig jaar nog 68.000 dieseltrucks leverden. Elektrische vrachtwagens blijven duur vanwege het beperkte aanbod. Een subsidiepot van 30 miljoen euro voor elektrische vrachtwagens kreeg afgelopen mei vier keer zoveel aanvragen als er plekken beschikbaar waren.
Desondanks wordt verwacht dat de prijs van e-trucks in de toekomst zal dalen door opschaling van de productie en stijgende brandstofprijzen. Ook kunnen andere brandstoffen, zoals biodiesel en waterstof, bijdragen aan het behalen van milieudoelstellingen.
Een andere uitdaging is de laadinfrastructuur. Er zijn momenteel slechts dertien semipublieke laadlocaties voor vrachtwagens in Nederland. Voor vrachtwagens zijn er nog weinig oplaadpunten beschikbaar in tegenstelling tot elektrische auto's. Het verkrijgen van een aansluiting op het stroomnet kan enkele jaren duren. Bovendien zijn er beperkingen zoals stikstofbeperkingen en tijd die nodig is voor aanbestedingen en het creëren van voldoende ruimte voor laadplekken.
Hoewel er zo'n zeventig commerciële partijen interesse hebben in projecten voor laadinfrastructuur, wordt verwacht dat 80 à 90 procent van het laden bij bedrijven zelf zal plaatsvinden, waardoor er minder gebruik gemaakt hoeft te worden van publieke laadplekken.
Voor Europese ritten zal het plaatje er anders uitzien. Er ligt een eis op tafel dat er in 2030 op elke 60 kilometer langs de belangrijkste vrachtroutes een snellaadplek moet komen. DAF verwacht dat er in de toekomst 50.000 publieke laadstations in Europa zullen zijn om een goed werkend netwerk te hebben.
De komende 5 tot 8 jaar zal de focus voornamelijk liggen op het elektrificeren van het Nederlandse vrachtverkeer, omdat er in Nederland al veel uitdagingen zijn op dit gebied. Daarna zal de Europese uitdaging volgen, waarbij nieuwe logistieke vraagstukken zoals truckparks en een goed reserveringssysteem voor opladen en slapen van chauffeurs aan bod zullen komen.