Wet die huurstijgingen in vrije sector beperkt moet verlengd worden tot 2027
Gepubliceerd op 13/07/2023 22:00 in Economie
De tijdelijke wet die de huurstijgingen in de vrije sector beperkt, moet verlengd worden tot 1 mei 2027. Dit heeft demissionair minister De Jonge van Volkshuisvesting geschreven aan de Tweede Kamer. Het doel van deze verlenging is om te voorkomen dat ongeveer 500.000 huurders volgend jaar te maken krijgen met aanzienlijke huurverhogingen.
De wet, een initiatief van PvdA-Kamerlid Nijboer, is sinds mei 2021 van kracht. Door deze wet is de toegestane jaarlijkse huurverhoging beperkt tot het gemiddelde loonstijgingspercentage plus 1 procent.
Oorspronkelijk was de wet een tijdelijke maatregel die op 1 mei 2024 zou aflopen. Uit een evaluatie blijkt echter volgens minister De Jonge dat huurders nog steeds bescherming nodig hebben. In zowel 2021 als 2022 hebben veel verhuurders de huur verhoogd tot boven de wettelijke grens, en dit aantal is zelfs gestegen.
Opmerkelijk genoeg heeft dit niet geleid tot een toename van het aantal procedures bij de huurcommissie. De minister schrijft hierover in de brief: "Een mogelijke verklaring hiervoor is dat huurders mogelijk weinig bekend zijn met de wet." Het is ook mogelijk dat huurders de relatie met hun verhuurder willen behouden en om die reden de verhoging maar accepteren.
Om deze redenen stelt De Jonge voor om de wet te verlengen tot 2027. Tegen die tijd moet er een nieuwe wet van kracht zijn die de zogenaamde 'middenhuur' reguleert. Veel huizen in de vrije sector vallen onder deze categorie.
Tegelijkertijd zal de minister onderzoeken hoe hij ervoor kan zorgen dat de tijdelijke wet beter wordt nageleefd en hoe hij verhuurders beter kan dwingen om zich aan de maximale huurstijging te houden.
De val van het kabinet werpt echter wel de vraag op of de invoering van de nieuwe wet doorgaat. Het is mogelijk dat de Tweede Kamer het voorstel in september als controversieel bestempelt en het tot aan de verkiezingen niet meer behandelt.