Armoede stijgt voor het eerst in vijf jaar in Nederland
Gepubliceerd op 22/12/2025 01:00 in Economie
Voor het eerst in vijf jaar is het aantal mensen dat in armoede leeft in Nederland toegenomen, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vorig jaar waren er ruim een half miljoen mensen in armoede, wat neerkomt op ruim 3 procent van de bevolking.
Volgens een nieuwe definitie van armoede, opgesteld door het CBS, het Nibud en het Sociaal en Cultureel Planbureau, betekent dit dat deze groep mensen na het betalen van de grootste vaste lasten zoals wonen, energie en zorg te weinig geld overhoudt voor andere minimale levensbehoeften.
De stijging van armoede vorig jaar wordt toegeschreven aan het wegvallen van de energietoeslag. Ook hadden meer dan 130.000 mensen al minstens drie jaar op rij te maken met armoede. In voorgaande jaren leidde het uitkeren van de energietoeslag juist tot een daling van armoede, evenals de verhoging van het minimumloon en een lage huur voor bijna 600.000 huishoudens.
Op dit moment vormen werkenden de grootste groep die in armoede leeft. Van de mensen in armoede had 48 procent vorig jaar inkomen uit werk, terwijl 29 procent een bijstandsuitkering ontving. Veel werkenden in armoede zijn zelfstandigen die een moeilijk jaar hebben gehad of mensen in loondienst die niet genoeg werken om boven de armoedegrens uit te komen.
Het CBS heeft ook de gezondheid van mensen in armoede onderzocht. Bijna vier op de tien mensen in armoede vinden hun gezondheid niet goed en hebben vaker langdurige beperkingen. Daarnaast is de levensverwachting voor mensen in armoede aanzienlijk korter, met een verschil van negen jaar voor mannen en zeven jaar voor vrouwen.
Het Centraal Planbureau voorspelt een daling van de armoede naar minder dan 3 procent in 2025 en 2026. CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen benadrukt dat dit afhankelijk is van de arbeidsmarkt, die op dit moment nog steeds krap is. Van Mulligen geeft aan dat de koopkracht er over het algemeen goed uitziet voor de meeste mensen.