Maximale huurverhoging bepaald voor sociale huurwoningen, middenhuur en vrije sector
Gepubliceerd op 15/12/2025 16:00 in Economie
Het ministerie van Volkshuisvesting heeft de maximale huurverhoging voor verschillende soorten huurwoningen vastgesteld. Vanaf 1 juli 2026 mag de huur van een sociale huurwoning met maximaal 4,1 procent omhoog. Voor middenhuurwoningen geldt een maximumverhoging van 6,1 procent vanaf 1 januari, terwijl huurhuizen in de vrije sector een verhoging van 4,4 procent mogen hebben vanaf 1 januari.
De overheid bepaalt jaarlijks de maximale huurverhoging op basis van de inflatie of de ontwikkeling van de lonen. Voor sociale huurwoningen wordt de maximale huurverhoging berekend door de gemiddelde inflatie van de afgelopen drie jaar op te tellen bij 0,5 procentpunt. Dit resulteerde in een maximale huurverhoging van 4,1 procent voor het komende jaar.
Voor middenhuurwoningen wordt de huurverhoging bepaald door de ontwikkeling van de cao-lonen plus 1 procentpunt. De lonen stegen gemiddeld met 5,1 procent, wat resulteerde in een maximale verhoging van 6,1 procent. Huurhuizen in de middenhuur variƫren volgend jaar tussen de 932,93 euro en 1228,07 euro.
In de vrije sector wordt de huurverhoging bepaald door de inflatie van het afgelopen jaar of de cao-loonontwikkeling plus 1 procentpunt. Met een inflatie van 3,4 procent en een loonstijging van 5,1 procent resulteerde dit in een maximale huurstijging van 4,4 procent. Huurhuizen in de vrije sector hebben een huur van boven de 1228,07 euro.
De maximale huurverhoging geldt voor zittende huurders, maar verhuurders mogen ook een lagere huurverhoging doorvoeren als dat in het huurcontract is afgesproken. In sommige gevallen kan een lagere jaarlijkse verhoging overeengekomen zijn voor huurhuizen in de middenhuur of vrije sector.