EU-lidstaten verspillen miljarden voor hergebruik van materialen
Gepubliceerd op 04/07/2023 00:00 in Economie
Uit een onderzoek van de Europese Rekenkamer blijkt dat de 10 miljard euro die EU-lidstaten hebben ontvangen om hergebruik van materialen en producten te stimuleren, grotendeels is verspild aan afvalbeheer. Het geld, verstrekt tussen 2016 en 2020 door de Europese Commissie, had juist bedoeld moeten zijn om groene innovatie te bevorderen en bedrijven te helpen de overgang naar hergebruik te versnellen. Dit is echter niet gebeurd, waardoor het Brusselse doel om in 2030 twee keer zoveel materialen te herbruiken in gevaar komt.
Het onderzoek toont aan dat het gemiddelde percentage hergebruik van producten tussen 2015 en 2021 in alle 27 lidstaten slechts met 0,4 procentpunt is gestegen. Zeven landen hebben zelfs een stap terug gezet in hun hergebruiksinspanningen, namelijk Litouwen, Zweden, Roemeniƫ, Denemarken, Luxemburg, Finland en Polen.
Nederland komt van alle landen nog het beste uit de bus. Het circulaire aandeel van materiaalverbruik is in 2021 met bijna 34 procent gestegen. Hiermee lijkt Nederland op koers te liggen om het doel van 50 procent hergebruik in 2030 te halen. Desondanks zijn er ook in Nederland de nodige tegenslagen geweest. Twee bezochte projecten van de Rekenkamer hebben gefaald. Een project voor circulaire bouw werd stopgezet vanwege milieubezwaren en de bouw van een fabriek die oude banden moest omzetten in koolstof en schone energie werd stilgelegd vanwege problemen en een brand.
Het rapport van de Europese Rekenkamer is zeer kritisch over het gevoerde beleid. Volgens Annemie Turtelboom, lid van de Rekenkamer, is de circulaire transitie in de EU-landen vrijwel tot stilstand gekomen. Bij controle van de innovatie- en investeringsprojecten die met het subsidiegeld waren gestart, vond de Rekenkamer weinig bewijs dat deze daadwerkelijk hebben bijgedragen aan een circulaire economie.
Het doel van het subsidieproject was om de afvalberg in Europa te verminderen door de traditionele lineaire benadering van "nemen, maken en weggooien" te doorbreken. Door producten, materialen en hulpbronnen langer te laten meegaan, bijvoorbeeld door reparatie of hergebruik, zou er minder weggegooid worden.
Hoewel de Rekenkamer erkent dat de activiteiten van lidstaten op het gebied van de circulaire economie zijn toegenomen, gaat dit volgens hen veel te langzaam. Het doel om tegen 2030 meer te recyclen is door het verspilde geld nu een grote uitdaging geworden. De EU-lidstaten zullen dus aanzienlijke inspanningen moeten leveren om de circulaire economie alsnog te bevorderen en het doel van meer hergebruik te bereiken.