NS verhoogt treinkaartjes gemiddeld met 6,52 procent volgend jaar

Gepubliceerd op 06/11/2025 01:00 in Economie

NS heeft aangekondigd dat de prijzen van treinkaartjes volgend jaar gemiddeld met 6,52 procent zullen stijgen. Dit is ongeveer gelijk aan de stijging van dit jaar, maar wel de helft minder dan aanvankelijk werd gevreesd.

Demissionair staatssecretaris Aartsen had eerder aangegeven dat de prijzen tot wel 9 procent konden stijgen, terwijl NS zelf sprak van een mogelijke verhoging tot 12 procent. De afgelopen vier jaar heeft NS de prijzen van treinkaartjes minder hard laten stijgen dan de inflatie, mede dankzij bijdragen vanuit het ministerie. Echter, voor 2026 was er geen meerderheid in de Tweede Kamer meer voor een dergelijke bijdrage.

Om extreme prijsverhogingen te voorkomen, heeft NS besloten de hoge inflatie uit te smeren over vier jaar. Commercieel directeur Bertien van Baak geeft aan dat de prijsverhoging daardoor hoger is dan gewenst, maar aanzienlijk lager dan eerder gevreesd.

De prijsstijging van 6,52 procent omvat de verwachte inflatie van volgend jaar (2,3 procent), de eerder uitgestelde prijsverhoging (3,05 procent) en de nog niet doorgevoerde inflatieverhoging (1,17 procent). NS benadrukt dat deze prijsverhoging noodzakelijk is om de kosten te kunnen blijven dekken, waarbij met name personeelskosten een groot deel van de kosten uitmaken.

Om de kosten onder controle te houden, stopt NS met bepaalde kortingsabonnementen en verhoogt het de prijzen van andere diensten, zoals het huren van een OV-fiets en de vergoeding voor een vergeten check-out. Ook de prijs van eerste klas reizen zal stijgen, terwijl het verschil tussen eerste en tweede klas reizen in het weekend juist kleiner wordt.

Desondanks blijft NS de trein betaalbaar houden voor gezinnen, door de prijzen van abonnementen voor kinderen en Railrunner-kaartjes gelijk te houden.