Koopkracht stijgt meer dan verwacht in 2022

Gepubliceerd op 16/09/2025 21:00 in Economie

Het demissionaire kabinet heeft plannen om de koopkracht van verschillende groepen in de maatschappij volgend jaar meer te laten stijgen dan eerder voorspeld door het Centraal Planbureau (CPB). Dit blijkt uit de Prinsjesdagberekeningen van het CPB, waarin ook de nieuwe kabinetsplannen zijn meegenomen.

Vooral de tijdelijke accijnsverlaging op brandstoffen die het demissionaire kabinet wil handhaven, zal bijdragen aan de koopkrachtstijging. Zonder deze verlenging zou benzine volgend jaar zo'n 25 cent per liter duurder worden.

De koopkracht van het doorsnee huishouden zal naar verwachting met 1,3 procent stijgen, terwijl in juli nog een stijging van 1 procent werd voorspeld. Dit komt voornamelijk door een hardere stijging van de lonen ten opzichte van de prijzen.

Met het kabinet nu demissionair en bestaande uit alleen de VVD en BBB, is het echter onzeker of de nieuwe kabinetsmaatregelen wel zullen worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. Hierdoor kan de voorspelde koopkrachtstijging nog veranderen.

Het CPB baseert zijn koopkrachtramingen op verwachte loonstijgingen en inflatie voor volgend jaar, maar benadrukt dat deze in de praktijk anders kunnen uitpakken. Veranderingen in de lonen en prijzen kunnen de koopkracht positief of negatief beïnvloeden, afhankelijk van de situatie van verschillende groepen.

Het Nibud constateert ook dat bijna alle huishoudens volgend jaar een stijging in koopkracht zullen ervaren. De huurtoeslag wordt vereenvoudigd en meer huurders kunnen hier aanspraak op maken, wat de financiële situatie van kwetsbare groepen zal verbeteren.

Hoewel de meeste huishoudens financieel vooruitgaan, blijven er kwetsbare groepen zoals jongvolwassenen op zoek naar betaalbare woningen en mensen met hoge kosten door bijvoorbeeld een chronische beperking. Het Nibud heeft berekend dat slechts één van de 117 voorbeeldhuishoudens volgend jaar een daling in koopkracht zal ervaren: een alleenstaande zelfstandig ondernemer zonder kinderen met een inkomen van 35.000 euro.