Nederland en Europa moeten meer handel en samenwerking aangaan met opkomende landen
Gepubliceerd op 14/09/2025 21:00 in Economie
De Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) adviseert Nederland en Europa om meer handel en samenwerking aan te gaan met de landen in opkomst van het mondiale Zuiden. Volgens AIV-voorzitter Bert Koenders zouden Nederland en Europa anders de boot kunnen missen. De raad benadrukt dat het belangrijk is om actiever te zijn en niet afwachtend te blijven.
Het mondiale Zuiden bestaat uit een bonte verzameling van ongeveer honderddertig landen, voornamelijk gelegen in Latijns-Amerika, Afrika en Aziƫ. Deze landen zijn goed voor tachtig procent van de wereldbevolking en veertig procent van de wereldwijde verdiensten. Met name door de opkomst van China en India is het aandeel van het mondiale Zuiden in de wereldeconomie sterk gestegen. Dit heeft geleid tot een verschuiving in het geopolitieke evenwicht.
De adviesraad benadrukt dat Nederland een andere aanpak moet hanteren ten opzichte van het mondiale Zuiden. Het sluiten van ambassades in deze regio's wordt als onverstandig bestempeld, aangezien deze dienen als middel om de banden aan te halen. Ook het koloniale verleden speelt een rol in de relaties met deze landen, waarbij er nu wordt gestreefd naar gelijkwaardige handelsrelaties.
Kritiek vanuit het mondiale Zuiden op het Noorden wordt steeds luider, met name met betrekking tot dubbele standaarden in internationale politiek. Om meer macht te geven aan het mondiale Zuiden, wordt geadviseerd om belangrijke internationale organisaties zoals het Internationaal Monetair Fonds en de Verenigde Naties te hervormen.
De invloed van Rusland en China in het mondiale Zuiden groeit snel, met name in grondstofrijke landen en conflictgebieden. De adviesraad benadrukt dat Nederland en Europa niet achter mogen blijven in het aangaan van handel en samenwerking met deze opkomende landen om hun eigen toekomst veilig te stellen.