Nieuwe regeling maakt kledingwinkels verantwoordelijk voor inzamelen en recyclen textiel
Gepubliceerd op 26/06/2023 23:00 in Economie
Vanaf 1 juli is er een nieuwe regeling van kracht die alle bedrijven die textiel verkopen in Nederland verantwoordelijk maakt voor het inzamelen, sorteren en hergebruiken of recyclen van afgedankt textiel. Het gaat niet alleen om kleding, maar ook om handdoeken en beddengoed. De bedrijven moeten de inzameling en het verwerken van dat oud textiel zelf gaan betalen. Vanaf nu ligt die verantwoordelijkheid bij de kledingwinkels en -merken en niet meer bij de gemeenten.
Doel van de regeling is ervoor te zorgen dat in Nederland per 2025 de helft van al het afgedankte textiel wordt hergebruikt of gerecycled en dat dat percentage in 2030 oploopt tot 75 procent. Ook moet een groter deel van de tweedehandsartikelen in eigen land worden verkocht. En er dient straks niet zomaar gerecycled te worden, maar 'vezel-tot-vezel'. Dat betekent dat van oude kleding vaker nieuwe kledingstukken gemaakt moeten worden, in plaats van poetslappen of isolatiemateriaal.
Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat hoopt dat de UPV onder meer modebedrijven stimuleert om op een andere manier te ontwerpen. Veel kleding, een mix van verschillende stoffen en materialen, kan met de huidige techniek niet gerecycled worden. "Het idee is dat ze er vanaf het design van een product rekening mee houden dat het ook echt te recyclen is aan het einde van de levensduur. En dat ze inzetten op het hergebruiken van producten als ze nog goed zijn."
Vanwege de nieuwe regelgeving zullen consumenten binnen een paar jaar in veel meer winkels gerecyclede en tweedehands producten vinden. Ook het aantal plekken waar oud textiel kan worden ingeleverd zal naar verwachting fors toenemen. De textielcontainer op straat blijft staan, maar een zak oude kleren inleveren kan ook in steeds meer kledingwinkels, supermarkten en postkantoren.
Om te zorgen dat ze zoveel mogelijk kleding terugkrijgen van klanten, bieden sommige winkeliers al een extraatje als oud textiel wordt ingeleverd. Dat kan bijvoorbeeld een tegoedbon zijn.
Er zijn echter ook producenten die niet denken dat de eisen haalbaar zijn. "Een kwart van de recycling moet over twee jaar al vezel-tot-vezel zijn. Daarvoor is echt nog technische ontwikkeling en meer capaciteit nodig bij recyclingbedrijven", zegt Peter Koppert van de Stichting UPV Textiel. "En een groter deel van de ingezamelde kleding moet in Nederland verhandeld worden. Is daar wel genoeg vraag naar?"
Een stichting, opgezet door brancheorganisaties INretail en Modint, gaat samen met zo'n 400 grote textielproducenten inzameling, sortering en hergebruik of recycling regelen. Voor individuele bedrijven zou dat haast onmogelijk zijn, zegt Koppert. "Er zijn wel bedrijven die het overwogen hebben, maar ze kunnen die enorme logistieke stroom niet aan. Het is niet efficiƫnt en te duur."
Dat de sector gezamenlijk optrekt is ook volgens Zeeman-directeur Mares een voorwaarde om van de nieuwe regelgeving een succes te maken. "Er zijn massale hoeveelheden ingezameld textiel nodig om aan de percentages in de UPV te voldoen. Samen kunnen we de inzameling en verwerking opschalen."
"We moeten kijken hoe de nieuwe regels zich verhouden tot de markt", aldus Koppert. "Maar het wederzijds belang van textielproducenten en de overheid is groot. We willen dat er in Nederland minder beslag gelegd wordt op grondstoffen voor kleding. En we willen niet dat al onze kleding in Afrika wordt afgedankt."