Nederlandse reders discrimineren zeevaarders uit andere landen bij beloning

Gepubliceerd op 19/08/2025 01:00 in Economie

Het College voor de Rechten van de Mens heeft geoordeeld dat Nederlandse reders zeevaarders uit andere landen discrimineren door verschillende lonen te hanteren. Dit oordeel kwam naar voren in een zaak over een Filipijnse en een Indonesische man die werkzaam zijn op Nederlandse schepen.

Volgens het college verdienen de mannen minstens 50 procent minder dan hun collega's die vergelijkbaar werk doen op dezelfde schepen. Dit verschil wordt waarschijnlijk nog groter door de beloning van overuren.

De reders verdedigen de lage lonen door te verwijzen naar een afspraak in de cao, waarin staat dat zeevaarders loon krijgen op basis van het prijspeil van hun woonland. Het college oordeelt echter dat armoede in het land van herkomst niet rechtvaardigt dat deze loonverschillen worden gemaakt.

Het College komt met deze uitspraak terug op een eerdere beslissing uit 1997. Destijds was er ruimte voor verschillende lonen, maar volgens het College zijn de omstandigheden sindsdien veranderd en is het bewustzijn over ongelijkheid gegroeid.

De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders reageert verbaasd op de uitspraak en noemt deze "onbegrijpelijk". De branchevereniging vreest dat het internationale gelijke speelveld wordt ondermijnd en benadrukt dat elk land een ander sociaal, juridisch en fiscaal systeem heeft.

Hoewel de uitspraak van het college juridisch niet bindend is en er geen boete volgt, zal een rechter het oordeel moeten meewegen in eventuele rechtszaken over dit onderwerp.

Stichting Equal Justice Equal Pay, die de zeevaarders steunde in de zaak, heeft bijna 14.000 zeevaarders die ook gelijke betaling willen. De stichting hoopt dat de KVNR de uitspraak serieus neemt en stelt dat er een einde moet komen aan deze vorm van discriminatie.