Rund- en kalfsvlees fors duurder door ziek vee en krimpende veestapel
Gepubliceerd op 09/07/2025 05:00 in Economie
In juni zijn de prijzen van rund- en kalfsvlees flink gestegen, met rundvlees dat maar liefst 26 procent duurder is dan een jaar geleden. Dit heeft volgens experts twee belangrijke redenen: ziek vee en een afnemende veestapel.
Bij groothandel Bredase Horeca Vleescentrale zijn de inkoopprijzen voor rundvlees de afgelopen drie maanden met bijna de helft gestegen. Vooral goedkopere runderproducten zoals hamburgers en rundergehakt zijn duurder geworden, wat problemen kan opleveren met het aanstaande barbecueseizoen.
Een van de boosdoeners voor de stijgende prijzen is blauwtong, een virusziekte die vorig jaar herhaaldelijk uitbrak op boerderijen in Nederland en andere Europese landen. Deze ziekte leidt tot griepachtige symptomen bij koeien en kan zelfs tot de dood leiden. De verminderde vruchtbaarheid van koeien die de ziekte hebben overleefd heeft geleid tot een kleiner aanbod van kalveren en dus hogere prijzen.
Daarnaast wordt er ook structureel minder rundvlees geproduceerd in Europa vanwege het verminderen van de veestapel. Dit beleid is onder andere gericht op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen door runderen. Het fokken van efficiƫntere koeien en een toenemende melkproductie per koe zorgen ervoor dat er steeds minder koeien nodig zijn, wat het aanbod verder verkleint en de prijzen verhoogt.
Hoewel de Europese Commissie voorspelt dat de prijzen van kalfs- en rundvlees de komende jaren gemiddeld met 2 procent zullen stijgen, wordt verwacht dat de veestapel pas volgend jaar zal herstellen van de effecten van blauwtong. Deze ontwikkeling naar een kleinere veestapel zal naar verwachting blijvend zijn, wat de hogere prijzen in stand zal houden.
De Europese Commissie voorspelt dat de vraag naar vlees zal afnemen door zowel ethische overwegingen als de hogere prijzen. Hierdoor wordt verwacht dat Europeanen over tien jaar gemiddeld 9,2 kilo rundvlees per persoon zullen consumeren, wat neerkomt op twee biefstukken (of 600 gram) minder per jaar dan nu.