Afvlakking van loonstijgingen volgens werkgeversvereniging AWVN
Gepubliceerd op 09/05/2025 16:00 in Economie
Uit cijfers van werkgeversvereniging AWVN blijkt dat de stijging van lonen af begint te vlakken na zo'n 2,5 jaar van behoorlijke groei. In april zijn de lonen in nieuw afgesloten cao's gestegen met 3,8 procent. Deze cao's waren van toepassing op zo'n 80.000 Nederlanders, verdeeld over 23 sectoren.
In 2023 stegen de lonen gemiddeld nog met 8 procent volgens werkgeverscijfers, maar de periode van zeer forse loonstijgingen lijkt voorbij te zijn. Voorbeelden van recente loonstijgingen zijn onder andere medewerkers van de Bijenkorf die iets minder dan 3 procent erbij kregen en ambtenaren van de waterschappen die iets meer dan 1 procent plus een eventuele inflatiecorrectie ontvingen.
De dalende trend van loonstijgingen lijkt nu de inflatie te volgen, die de afgelopen maanden tussen de 3 en 4 procent ligt na eerder boven de 14 procent te zijn geweest in september 2022.
Ondanks de afvlakkende loonstijgingen roepen werkgevers de vakbonden op om voorzichtig te zijn met hun looneisen. AWVN benadrukt dat 5 jaar geleden de loonstijgingen veel minder sterk waren en vraagt zich af of de huidige situatie nog wel gezond is voor bedrijven.
AWVN hoopt op maatwerk, vooral met betrekking tot de looneisen van de vakbonden. Er is specifieke zorg over de industrie, waar bedrijfssluitingen en een verslechterde concurrentiepositie worden waargenomen. Er wordt verwacht dat vakbonden zullen meedenken met de bedrijven.
De gemiddelde lonen van april liggen al aanzienlijk onder de landelijke looneis van 7 procent die de FNV, de grootste vakbond van Nederland, vlak voor Prinsjesdag 2024 heeft vastgesteld.