Nederlandse vissers zien toekomst somber in, ministerie trekt 30 miljoen uit voor sector

Gepubliceerd op 13/06/2023 18:06 in Economie

Uit een studie van Wageningen Economic Research blijkt dat slechts 4 procent van de Nederlandse vissers met een eigen schip denkt dat hun bedrijf over vijf jaar nog zal bestaan. De visserijsector wordt steeds meer beperkt door landelijke en Europese regelgeving zoals het Europees verbod op pulsvisserij, minder viswater vanwege windmolens en de brexit, en strengere stikstofregels. Bovendien zullen grote schepen verplicht worden om cameratoezicht te hebben om te controleren of vissers zich aan de regels houden. Dit alles zorgt ervoor dat de visserijsector onder druk staat.

Het aantal Nederlandse visserskotters is in de afgelopen jaren flink gedaald van 374 naar 284 in de periode tussen 2003 en 2021. Een tachtigtal ondernemers heeft zich na de brexit aangemeld voor een opkoopregeling en hun kotters zijn uit de vaart gehaald en vernietigd in ruil voor een vergoeding. De krimpende vloot zet de visserijgemeenschappen onder druk en heeft al geleid tot de sluiting van de visafslag in Den Helder en het Zeeuwse Breskens.

Onderzoeker Marloes Kraan van de Wageningen Universiteit vindt dat het kabinet aandacht moet besteden aan de maatschappelijke gevolgen van de krimpende vloot. De visserijgemeenschappen staan onder druk en hebben behoefte aan een nieuw verdienmodel dat past bij hun identiteit. De visserijsector is sociaaleconomisch belangrijk met 346 bedrijven die verbonden zijn met de sector, een totale omzet van 6,6 miljard euro en ongeveer 13.550 werknemers. Opmerkelijk is dat de import van vis uit het buitenland groter is dan wat Nederlandse schepen op de Noordzee vangen.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stelt 30 miljoen euro beschikbaar om de pijn van de veranderingen in de Noordzeevisserij te verzachten. Dit geld moet besteed worden aan aanpassingen en innovaties van bedrijven en gemeenschappen aan wal. Minister Adema wil voorkomen dat vissersdorpen ten onder gaan zoals Den Helder en Urk zonder water niet kunnen bestaan. De minister moedigt de visserijsector aan om samen met gemeenten en provincies plannen te maken voor de besteding van het beschikbare geld.