Passagiersvliegtuig Jeju Air botste met vogels voor crash
Gepubliceerd op 27/01/2025 10:00 in Buitenland
Onderzoekers hebben bewijs gevonden dat een verongelukt Zuid-Koreaans passagiersvliegtuig met vogels in botsing is gekomen. In het voorlopige onderzoeksrapport naar de dodelijke vliegramp van eind vorige maand staat dat er veren en bloedsporen van vogels zijn gevonden in de motoren van het toestel van Jeju Air.
Uit DNA-onderzoek is gebleken dat de veren en bloedsporen afkomstig zijn van de Siberische taling. Deze vogel broedt in het noordoosten van Rusland en overwintert onder meer in Zuid-Korea.
Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp is nog niet afgerond. Het blijft onduidelijk waarom het vliegtuig landde zonder dat het landingsgestel was uitgeklapt en waarom de spraak- en datarecorder vier minuten voor de ramp stopten met het opnemen van vluchtgegevens en stemmen uit de cockpit.
Voorafgaand aan de dodelijke ramp werden de piloten gewaarschuwd door de luchtverkeersleiding voor vogels in de omgeving. Op camerabeelden is te zien dat een groep vogels in de buurt van het toestel kwam.
Bij de vliegramp eind december vorig jaar vielen 179 doden. Slechts twee bemanningsleden overleefden het ongeluk. Het passagierstoestel van Jeju Air was op weg van Bangkok naar Muan toen het landingsgestel niet uitklapte bij de landing, het toestel door schoot en tegen een betonnen muur botste, waarna het in brand vloog.