Spaanse premier schrijft vervroegde verkiezingen uit na verlies bij regionale en lokale verkiezingen

Gepubliceerd op 29/05/2023 12:01 in Buitenland

De Spaanse premier Pedro Sánchez heeft vervroegde verkiezingen uitgeschreven nadat zijn sociaaldemocratische partij PSOE fors verloor van de conservatieve Partido Popular (PP) bij regionale en lokale verkiezingen. De PP werd de grootste in zeven van de twaalf Spaanse autonome regio's waar verkiezingen werden gehouden, waaronder Valencia, Aragon en de Balearen. De Spanjaarden mogen nu op 23 juli naar de stembus, vijf maanden eerder dan gepland.

Sánchez heeft het forse verlies van zijn partij toegegeven en persoonlijk verantwoordelijkheid genomen. Ook de landelijke coalitiepartner van de PSOE, het radicaal-linkse Podemos, verloor fors. Het verlies van de PSOE viel wat betreft het aantal stemmen nog mee, maar vooral de winst van de PP leidt tot een machtsverschuiving van links naar rechts in veel regio's.

De PSOE, die bij de landelijke verkiezingen van 2019 de grootste werd, is in bijna geen enkele regio meer de grootste. Alleen in de regio's Asturië, Castilla-La Mancha, de Canarische Eilanden en Extremadura kreeg de PSOE nog de meeste stemmen. Maar of de partij in al die regio's aan de macht kan blijven is de vraag, want op sommige plaatsen zijn de verschillen met de PP klein.

Om te kunnen besturen zal de PP wel moeten gaan samenwerken met Vox, een rechts-populistische partij. De partijleider van Vox heeft al gezegd dat zijn partij onmisbaar zal zijn "in de strijd tegen het socialisme en het communisme".

Op gemeentelijk niveau kreeg de PP ruim 31 procent van de stemmen, een toename van 9 procentpunt ten opzichte van 2019. In de hoofdstad Madrid wordt de PP nog machtiger en heeft de partij de absolute meerderheid in handen in zowel het regionale bestuur als het stadsbestuur. In grote steden als Valencia en Sevilla verloor de PSOE zijn machtspositie ten gunste van de PP, die daardoor in vijf van de zes grootste steden in Spanje de burgemeester kan leveren.