Jonge verdachten aangehouden voor plannen aanslagen in Europa
Gepubliceerd op 09/08/2024 00:00 in Buitenland
Jongens van 17 en 19 jaar oud zijn gearresteerd in Wenen voor het plannen van een aanslag bij een optreden van Taylor Swift. De oudste verdachte heeft toegegeven dat hij van plan was zichzelf op te blazen tijdens het concert en heeft trouw gezworen aan Islamitische Staat (IS).
Dit is onderdeel van een verontrustende trend, volgens experts. De leeftijd van terrorismeverdachten wordt steeds jonger en sociale media spelen daarbij een belangrijke rol.
In maart werden vier jongeren in België opgepakt wegens het plannen van een door IS geïnspireerde aanslag op een concerthal in Brussel. De verdachten waren tussen de 15 en 18 jaar oud. In april werden in Duitsland vier tieners van 15 en 16 jaar, inclusief twee meisjes, gearresteerd voor het plannen van een aanslag geïnspireerd door radicale moslims. En voorafgaand aan de Olympische Spelen werden in Frankrijk meerdere tieners gearresteerd, waaronder een 18-jarige jongen die een "islamitisch geïnspireerde" aanslag zou hebben willen plegen tijdens een voetbalwedstrijd.
Onderzoeker Thomas Renard van het anti-terrorismecentrum ICCT merkt op dat jihadisten de afgelopen jaren steeds jonger worden. Recente analyse van de Duitse terrorismeonderzoeker Peter Neumann bevestigt dit. Van de 58 verdachten die tussen oktober 2023 en mei van dit jaar werden gearresteerd wegens het plannen van aanslagen, waren er 38 jonger dan 20 jaar.
Zowel Neumann als Renard wijzen op de rol van sociale media bij radicalisering. Jongeren worden online blootgesteld aan extremistische propaganda die specifiek op hen is gericht. Rekruteerders van terreurgroepen benaderen actief gebruikers op platforms als Telegram en TikTok, wetende dat jongeren vatbaar zijn voor radicalisering.
Naast islamitische radicalisering zien de experts ook een toename van extreemrechtse radicalisering onder jongeren. Gewelddadige en haatdragende content verspreidt zich gemakkelijk via sociale media, hoewel grote platforms tegenwoordig sneller ingrijpen. Overheden doen meer aan regulering, maar kleinere platforms als Telegram blijven minder gemonitord.
Het infiltreren van extremistische chatgroepen kan de politie helpen bij het monitoren van potentieel gevaarlijke situaties en het verzamelen van bewijsmateriaal voor mogelijke vervolging. Het snel offline halen van gewelddadige en misleidende content blijft echter van essentieel belang.