Internationaal Gerechtshof eist onmiddellijke stopzetting Israëlisch offensief in Rafah
Gepubliceerd op 24/05/2024 18:00 in Buitenland
Het Internationaal Gerechtshof heeft geëist dat Israël onmiddellijk stopt met het offensief in Rafah, in het zuiden van de Gazastrook. Deze beslissing is genomen naar aanleiding van een zaak die is aangespannen tegen Israël door Zuid-Afrika.
Het is zeer waarschijnlijk dat Israël geen gehoor zal geven aan het tussenvonnis, aangezien het land al voor de uitspraak aangaf een eventuele veroordeling naast zich neer te zullen leggen.
In deze zaak beschuldigt Zuid-Afrika Israël van genocide. Het tussenvonnis is het derde in vijf maanden. Eerdere uitspraken van het Internationaal Gerechtshof hebben bepaald dat Israël er alles aan moet doen om de burgerbevolking van Gaza te beschermen en humanitaire hulp toe te laten tot Gaza, wat ook in deze uitspraak werd bevestigd.
Volgens het ICJ is de situatie in Rafah sinds het vorige tussenvonnis verder verslechterd, waarbij de rechters nu spreken van een desastreuze situatie. Het hof heeft Israël opgedragen om de grens bij Rafah onmiddellijk open te stellen voor humanitaire hulp.
Daarnaast moeten onafhankelijke experts worden toegelaten in Rafah voor onderzoek, om mogelijk bewijs niet verloren te laten gaan. Hoogleraar Internationaal Publieksrecht Larissa van den Herik benadrukt het belang van deze maatregelen.
Israël voerde de militaire acties in Rafah op om de terreurgroep Hamas te bestrijden. Zuid-Afrika heeft extra maatregelen gevraagd om de bevolking te beschermen, aangezien het voortbestaan van het Palestijnse volk in gevaar komt door de aanvallen.
Israël ontkent de beschuldiging van genocide en benadrukt zijn recht op zelfverdediging. Het land beweert dat Hamas burgers als menselijke schilden gebruikt.
Hoewel de uitspraken van het VN-hof bindend zijn, hebben landen de mogelijkheid om ze te negeren. Het ICJ heeft geen middelen om naleving van zijn vonnissen af te dwingen en heeft naar eigen zeggen nog jaren nodig om te beoordelen of er daadwerkelijk sprake is van genocide in Gaza.
Desondanks wordt de uitspraak van het hof als belangrijk beschouwd voor de bescherming van de burgerbevolking in Gaza. De sterke eensgezindheid onder de rechters wordt benadrukt als een positief aspect van de uitspraak.