Papegaai keert na 75 jaar terug op Aruba dankzij herintroductieplan

Gepubliceerd op 16/01/2024 13:00 in Buitenland

De geelvleugelamazone, ook wel bekend als Lora, is al meer dan 75 jaar niet meer te vinden op Aruba. Echter, met behulp van een herintroductieplan is de natuurorganisatie Fundacion Parke Nacional Aruba erin geslaagd om negen van deze iconische vogels succesvol terug te brengen naar het eiland.

Later deze maand zullen naar verwachting nog eens zestien soortgenoten worden uitgezet in Parke Nacional Arikok. Het doel van de natuurorganisatie is om op deze manier een zelfvoorzienende wilde populatie van de Lora op Aruba te vestigen.

Volgens bioloog en papegaaideskundige Roelant Jonker is deze kleurrijke groengele vogel een echte typische Caribische soort en een icoon voor het eiland. Hij heeft recentelijk de vogels zes weken lang bestudeerd op het naburige Caribische eiland Bonaire, waar de dieren succesvol gedijen. De overheid van Aruba erkent de belangrijke plaats die de Lora inneemt in het ecologische en culturele erfgoed van het eiland.

De 25 uitgezette dieren zijn in 2022 in beslag genomen toen ze illegaal over zee werden gesmokkeld. Het lot van de Lora werd echter al 75 jaar eerder bezegeld door smokkel, stroperij en ontbossing. Volgens de bioloog nam de smokkel van deze dieren toe na de oorlog, als gevolg van de toename van het vliegverkeer. Daarnaast leidde de ontbossing ertoe dat de Lora gedwongen werd om in steeds kleiner wordende gebieden te leven.

Roelant Jonker benadrukt echter dat het nog spannend is of de Lora uiteindelijk zal overleven op Aruba. Er zijn nog enkele uitdagingen die overwonnen moeten worden. Een van de grootste bedreigingen voor de vogel is de boa constrictor, die in grote aantallen aanwezig is op het eiland en de geelvleugelamazone op grote schaal op eet. Gelukkig zijn de uitgezette vogels geplaatst in een natuurgebied, terwijl de slangen voornamelijk in stedelijke gebieden worden aangetroffen. Bovendien worden de boa constrictors actief verwijderd uit de natuurparken.

Het is belangrijk dat de uitgezette vogels in de eerste periode bijgevoerd worden, aangezien ze niet gewend zijn om in het wild te leven. Het betreft jonge dieren die nog nooit buiten zijn geweest.

De komende jaren zullen steeds meer dieren worden uitgezet totdat ze oud genoeg zijn om zich voort te planten en er sprake is van een zelfstandige generatie. Het kan echter nog tientallen jaren duren voordat dit punt bereikt is.

Lees meer nieuws in buitenland