Israël verdedigt zich tegen Zuid-Afrikaanse aanklacht van genocide in Gaza

Gepubliceerd op 12/01/2024 18:00 in Buitenland

Israël heeft krachtig gereageerd op de beschuldigingen van genocide in Gaza die door Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag zijn geuit. Een Israëlische vertegenwoordiger heeft verklaard dat dit geen genocide is en dat Zuid-Afrika maar de helft van het verhaal vertelt.

Volgens de Israëlische vertegenwoordiger is het leed van burgers in deze oorlog tragisch, maar het is belangrijk om te erkennen dat Hamas verantwoordelijk is voor het toebrengen van schade aan burgers, zowel aan Israëliërs als aan Palestijnen. Israël daarentegen probeert de schade zoveel mogelijk te beperken.

Tijdens de zitting heeft jurist Tal Becker eraan herinnerd dat Hamas op 7 oktober een bloedige aanval heeft uitgevoerd, waarbij duizenden raketten werden afgevuurd en mensen werden gemarteld en ontvoerd. Becker beweerde dat als er sprake was van genocide, dit tegen Israël gericht was. Hij bekritiseerde Zuid-Afrika omdat de aanklacht nauwelijks aandacht besteedde aan deze terreuraanval, waardoor het lijkt alsof er alleen sprake is van de Israëlische aanval op Gaza.

Zuid-Afrika beweerde dat de bijna 25.000 doden, de 1,9 miljoen ontheemden en de verwoesting in Gaza het gevolg zijn van een bewuste genocide door Israël. Israël houdt daarentegen Hamas verantwoordelijk voor dit leed. Israël toonde foto's van lanceerinstallaties in woningen en wapens die onder kinderbedden waren verstopt om te benadrukken dat Hamas deze gebouwen als militaire doelen gebruikte.

Het Israëlische standpunt is dat Hamas de eigen burgers opzettelijk opoffert voor propagandadoeleinden en militaire strategieën. Israël beweerde juist alles te hebben gedaan om burgerslachtoffers te voorkomen, door de bevolking te waarschuwen via flyers, telefoontjes en sms'jes, zelfs als dit betekende dat Hamas strategische informatie zou ontvangen.

Israël reageerde ook op citaten van politieke en militaire leiders die Zuid-Afrika aanhaalde om te bewijzen dat Israël het gehele Palestijnse volk zou willen treffen. Israël stelde dat deze citaten uit hun context waren gehaald en benadrukte dat politieke uitspraken vaak retorisch bedoeld waren, uitgesproken in de nasleep van traumatische gebeurtenissen.

Buiten het Vredespaleis vonden zowel pro-Israëlische als pro-Palestijnse demonstraties plaats. Voorstanders van de Palestijnse zaak scandeerden leuzen en zwaaiden met vlaggen, terwijl er verderop werd gebeden voor de sjabbat. Er was ook een tafel opgezet met lege stoelen om de ontvoerde Israëliërs te herdenken.

Israël benadrukte ook dat het recht heeft om op te komen voor zijn burgers, inclusief de ontvoerden en de gevluchte Israëliërs uit het grensgebied. Ze betoogden dat het stopzetten van de acties van Israël onder het mom van genocide Hamas in staat zou stellen om moord voort te zetten en Israël weerloos te maken.

Het Internationaal Gerechtshof zal nu moeten beslissen over de aanklacht van genocide in Gaza en de argumenten van beide partijen in overweging nemen.