Slachtoffers aardbeving Marokko nog steeds zonder onderdak tijdens strenge winter
Gepubliceerd op 17/12/2023 00:00 in Buitenland
Drie maanden na de zware aardbeving die het zuiden van Marokko trof, slapen de meeste slachtoffers nog steeds in tenten. Ondanks de beloftes van de Marokkaanse overheid voor noodhuisvesting en de aanwezigheid van medische hulp, voedsel en kleding, gaan zij een zware winter tegemoet.
In afgelegen gebieden zoals het kleine dorp op de berg Aissas, waar Si Mohamed woont, is de hulp schaars. De wegen naar het dorp zijn smal, onverhard en gevaarlijk, waardoor vrijwilligersorganisaties moeilijk bouwmaterialen kunnen brengen. De overheidsfunctionarissen komen wel langs om te inventariseren wat de bewoners nodig hebben, maar er is vooral behoefte aan huisvesting met de winter in aantocht.
Voor Si Mohammed betekende de aardbeving niet alleen het verlies van zijn huis, maar ook van zijn inkomen. Hij kan niet meer naar omliggende steden gaan om te werken, omdat zijn vader bij de ramp is omgekomen. Zijn vrouw is bang en hij kan haar niet alleen achterlaten. "Mijn vader beschermde mijn vrouw en kinderen altijd als ik er niet was," zegt Si Mohammed.
Twee weken na de aardbeving deed de overheid toezeggingen over wederopbouw en tijdelijke huisvesting, maar deze plannen zijn moeilijk haalbaar gebleken. Voor de meeste mensen in het rampgebied is landbouw hun enige bron van inkomsten, waardoor tijdelijk in een andere stad wonen geen optie is.
Om het verlies van inkomen op te vangen, kunnen slachtoffers een speciale uitkering aanvragen. Ze ontvangen dan gedurende een jaar een maandelijks bedrag van ongeveer 225 euro. Echter, veel slachtoffers hebben hun Marokkaanse identiteitskaart nog niet teruggevonden onder het puin en moeten opnieuw geregistreerd worden. Ondanks de grootschalige actie van de overheid kan het nog maanden duren voordat iedereen financiƫle steun ontvangt.
In het lager gelegen stadje Amizmiz hebben inwoners in oktober zelfs de straat opgegaan vanwege het uitblijven van hulp. Mustapha, die een succesvol cateringbedrijf had, vertelt dat sinds de aardbeving niemand meer trouwt en dat zijn inkomen is weggevallen. De maandelijkse uitkeringen zijn pas vanaf 1 november begonnen en Mustapha heeft nog geen geld ontvangen. Hij is teleurgesteld dat de beloftes van de overheid nog niet zijn nagekomen.
Volgens de overheid verloopt de wederopbouw van Amizmiz traag omdat er eerst hulp wordt geboden aan steden en dorpen die nog zwaarder zijn getroffen. In het dorpje Ait Wa'Abid, op vier uur rijden van Amizmiz, is echter een hoopgevend voorbeeld te vinden. Hier heeft de Faailkhair Foundation een compleet nooddorp gebouwd, waarin 30 gezinnen tijdelijk kunnen verblijven. De betrokkenheid van de bewoners en lokale autoriteiten heeft ervoor gezorgd dat het project succesvol en snel verliep. Het nooddorp heeft ongeveer 80.000 euro gekost.
Hoewel dit nooddorp een oplossing kan bieden voor duizenden mensen die de winter moeten doorkomen, is het voor vrijwilligersorganisaties zoals die van Oussama Gouifrda geen gemakkelijke opgave. Ze zijn volledig afhankelijk van donaties en zouden graag op meerdere plekken willen helpen. Voor de mensen in Amizmiz maakt het echter niet uit wie hen helpt, als er maar hulp komt. Hun geld ligt nog steeds onder het puin en ze hebben dringend hulp nodig.