Gevechten tussen Israël en Hamas zetten Gazanen opnieuw op de vlucht

Gepubliceerd op 09/12/2023 13:00 in Buitenland

Het Israëlische leger heeft na een tijdelijke gevechtspauze van zeven dagen de gevechten met Hamas en de bombardementen op Gaza hervat. Niet alleen is het leger aanwezig in het noorden van de Gazastrook, maar heeft het ook de grens overgestoken naar het zuiden. Dit zorgt ervoor dat de honderdduizenden ontheemde Palestijnen opnieuw moeten vluchten.

Aan het begin van de oorlog, op 7 oktober, verzocht het Israëlische leger de Gazanen om het noorden van de Gazastrook te verlaten. Velen gaven gehoor aan deze oproep en trokken naar de stad Khan Younis. Deze week is ook deze voormalige 'veilige plek' onderdeel geworden van het strijdtoneel.

Eerder voerde het leger al aanvallen uit op steden in het zuiden van de Gazastrook, hoewel deze als 'veilig' werden bestempeld. Nu roept het leger op om nog verder naar het zuiden te trekken, zoals naar de grens bij Rafah of Al-Mawasi.

Rik Peeperkorn, vertegenwoordiger van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in de Palestijnse gebieden, meldt dat er enorme stromen ontheemde mensen naar het zuidelijkste puntje van Gaza komen, naar Rafah. Overal ziet hij mensen die geïmproviseerde schuilplaatsen proberen te creëren met plastic vellen en hout.

De gevechten tussen Israël en Hamas zijn de heftigste sinds het begin van de oorlog, volgens de Israëlische generaal Finkelman. Dit heeft grote gevolgen voor de ontheemde Gazanen. Naar schatting zijn 1,9 miljoen van de 2,2 miljoen inwoners van Gaza ontheemd. Zij moeten niet alleen opnieuw evacueren, maar ook de (internationale) hulpverlening loopt gevaar door de gevechten.

Het Israëlische leger heeft eenzijdig Al-Mawasi aangewezen als "humanitaire zone". Dit kleine gebied van ongeveer 1 kilometer breed en 14 kilometer lang aan de zuidwestkust van de Gazastrook wordt echter door VN-organisatie UNRWA betwist als zijnde veilig.

Het Israëlische leger garandeert namelijk niet dat zij dit gebied niet zullen aanvallen. De aanwezigheid van het leger en de gevechten vormen niet alleen een direct gevaar voor de Gazanen, maar bedreigen ook de leveringen van noodhulp door hulporganisaties.

Rik Peeperkorn zou eigenlijk met een WHO-team naar een van de weinige ziekenhuizen in Noord-Gaza gaan, maar de missie is geannuleerd vanwege de te hoge risico's. Peeperkorn benadrukt dat het ook in het zuiden van Gaza niet veilig is. Overal zijn bombardementen te zien.

Volgens Thomas White, directeur van UNRWA in Gaza, bevindt de Gazastrook zich op de rand van totale instorting. Hij meldt dat hulpkonvooien geplunderd zijn en VN-voertuigen bekogeld zijn met stenen.

De wanhoop onder de Gazanen is groot. Tijdens een WHO-transport van medische middelen zag Peeperkorn overal ontheemde mensen die dachten dat er voedsel en water onderweg waren. "Overal wilden mensen op de vrachtwagen springen om die te ontmantelen op zoek naar water."

Peeperkorn geeft aan dat ondervoeding in Gaza nooit een probleem was, maar dat het nu steeds groter wordt. Hij benadrukt dat elk stukje Gaza nu onveilig is en het steeds moeilijker wordt om basale humanitaire hulp te bieden.

Philippe Lazzarini, hoofd van UNRWA, luidt eveneens de noodklok en waarschuwt voor de ineenstorting van het mandaat van de organisatie. Hij schrijft dat medewerkers hun kinderen meenemen naar het werk om ze veil