Akkoord over veiligheid in kledingfabrieken Bangladesh en Pakistan met zes jaar verlengd

Gepubliceerd op 06/11/2023 21:00 in Buitenland

Het International Accord, een juridische overeenkomst tussen modemerken en vakbonden, is met zes jaar verlengd. De deal, die op 31 oktober afliep, is na onderhandelingen toch verlengd. Het akkoord stelt gestandaardiseerde en onafhankelijke veiligheidsinspecties in kledingfabrieken verplicht en richt zich voornamelijk op brand- en bouwveiligheid. Het garandeert ook dat werknemers in de fabrieken een klacht kunnen indienen over onveilige werkomstandigheden en het recht hebben om werk te weigeren bij onveiligheid.

Het nieuwe akkoord heeft een looptijd van drie jaar, met een automatische verlenging van nog drie jaar. Hiermee is het de langstlopende overeenkomst tot nu toe. Volgens Joris Oldenziel, directeur van het International Accord, is er nog steeds behoefte aan een programma waarbij bedrijven samenwerken met vakbonden om concrete verbeteringen in fabrieken mogelijk te maken.

Bij eerdere versies van het akkoord waren zo'n 200 modemerken betrokken, waaronder Nederlandse merken zoals America Today, Hunkemöller, G-Star Raw en Zeeman. Deze merken krijgen vanaf half november de gelegenheid om opnieuw te tekenen.

Het International Accord, voorheen bekend als het Bangladesh-akkoord, werd tien jaar geleden opgericht na de Rana Plaza-ramp. Dit gebouw in Dhaka stortte in april 2013 in, waarbij meer dan 1100 textielarbeiders omkwamen. Het akkoord heeft sindsdien gezorgd voor aanzienlijke verbeteringen in de veiligheidssituatie van kledingfabrieken in Bangladesh.

Dankzij gezamenlijke financiering van merken en fabriekseigenaren konden noodzakelijke renovaties en aanpassingen worden uitgevoerd. In december vorig jaar werd voor het eerst ook een overeenkomst gesloten voor kledingfabrieken in Pakistan. De organisatie achter het akkoord is echter van mening dat er ook in andere productielanden, waar brand- en bouwveiligheid risico's met zich meebrengen, maatregelen moeten worden genomen.

Hoewel het International Accord een belangrijke stap is in het verbeteren van de veiligheid in kledingfabrieken, zijn er nog steeds problemen die moeten worden aangepakt. Zo bevat het akkoord geen afspraken over het betalen van een leefbaar loon of het recht om lid te zijn van een vakbond. Afgelopen week gingen tienduizenden textielarbeiders in Bangladesh de straat op om te protesteren voor een hoger minimumloon. Geweld tegen vakbondsleiders is in het land aan de orde van de dag.

Hoewel het International Accord niet alle problemen oplost, is de verlenging van het akkoord een positieve stap in de richting van een veiligere werkomgeving in kledingfabrieken in Bangladesh en Pakistan. Het biedt de mogelijkheid voor verdere uitbreiding naar andere landen in de toekomst.